Recensie: Een stuwdam ontmantelen voor de wereld en jezelf

11 juli 2017 , door Daan Stoffelsen
|

Alles kan in een roman. Verhalend, poëtisch, essayerend proza. De liefde, de wereld. Karakterontwikkeling, onverwachte wendingen. Eén meisje, twee meisjes. Reis, verblijf. Atoombommen, stuwdammen. Komkommers. Het al veel geprezen romandebuut van dichter Lieke Marsman, Het tegenovergestelde van een mens, benut alle mogelijkheden, overbrugt de clichétegenstellingen van navelstaarderij en engagement – en prikkelt. Want wat doe jij als je door een ramp belaagd wordt?

N.B. Ellen Deckwitz gaat vanavond met Lieke Marsman in gesprek over het boek bij Athenaeum Boekhandel aan het Spui. Er is een wachtlijst.

Van komkommermeditatie tot een stuwmeer

We leren kort een jonge Ida kennen, die fantaseert dat ze een komkommer is. Een iets oudere Ida, die met Robin naar het theater gaat, en die verliefd op haar is, maar tijdens de voorstelling aan andere dingen denkt.

‘Een flits, zeggen ze. Een flits en als je geluk hebt daarna nog een knal, zoals dat ook bij onweer gaat, maar de meeste mensen halen de knal niet meer. Ik heb een paar weken geleden mijn studie aardwetenschappen afgerond, vanochtend heb ik bij het onderwijssecretariaat mijn diploma opgehaald – ik kan eindelijk weer zelf bepalen waarin ik me wil verdiepen en op de een of andere manier heb ik ervoor gekozen me allereerst in nucleaire rampen te verdiepen.’

Ida is betrokken bij de wereld, op een prettig naïeve manier. Ook haar gerichtheid op zichzelf is prettig, doordat ze dat relativeert; De jonge Ida onderwierp zich aan ‘een kritische inspectie’. ‘Misschien dat een dergelijke vorm van navelstaarderij een uiting van narcisme is, maar evengoed zou het een uiting van bescheidenheid kunnen zijn. Je bent zelf immers het enige onderwerp waar je autoriteit over hebt.’ Ze is in staat tot twijfel, tot onderzoek.

Dus de stevigste stellingnames over hoe de mens de planeet vernietigt, komen van anderen, met name uit de boeken van Naomi Klein en van Ida’s stagebegeleider in Italië, een doorgewinterde milieukundige. Ida’s betrokkenheid voedt namelijk haar angst, maar leidt ook tot een stage bij een onderzoeksinstituut voor klimaatverandering in Noord-Italië. Daar wordt een stuwdam ontmanteld, en zij moet een rapport schrijven.

Licht

Marsmans proza heeft iets lichts, en dat zit hem ook in de structuur: ze bouwt haar korte hoofdstukken op met korte alinea's en witregels, en de afwisseling tussen het persoonlijke en maatschappelijke, en het verhalende en essayerende, doet – zeker als de relatie met Robin moeizamer wordt – denken aan Jenny Offills Dept. Of Speculation. Het fragmentarische geeft lucht, ruimte tot denken en verbinden. Of voor een glimlach (hoofdstuk 'Vakantiedoeboek (bij Extreme Hitte)', 'Quizvraag: Je gaat op reis […] c) om de wereld te laten zien dat je iemand bent die op reis gaat').

Maar ze combineert het met poëzie en essay – werkt dat? NRC-criticus Thomas de Veen  merkte dat hij soepel van leesmodus veranderde als er plotseling een gedicht opdook – ik niet. Ik struikel over de poëzie en de twee grote essays die Marsman in het boek opnam, tegen antropocentrisme (een strakkere versie van Ton Lemaires behartenswaardige Onder dieren; dit stuk publiceerde Vrij Nederland voor) en over de liefde (eerder onder eigen naam gepubliceerd in De Gids).

De stukken sluiten thematisch wel aan bij de rest van de roman – het eerste geeft zelfs de titel aan het tweede deel van het boek: 'The Great Outdoors' ('een wereld waarin het menselijk bewustzijn geen rol meer speelt, of in ieder geval geen sleutelrol. In The Great Outdoors zijn mens en natuur gelijkwaardig'), maar maken geen deel uit van het verhaal. Alsof dit geen roman is maar een bundeling verspreide en nieuwe werken rond een thema. Goed geschreven hoor, maar wat er aan thematiek in het verhaal subtiel gesuggereerd wordt, krijgt hier iets te expliciete uitwerking. Bovendien: deze essays zijn strikt beschouwend, terwijl de beste essays toch doorgaans gedragen worden door verhalende elementen, anekdotes, persoonlijkheid.

De persoonlijkheid ontbreekt hier, en dat is een gemiste kans. Een negatieve, wat traditionele blik op dit boek is: Ida is geen onvergetelijk romanpersonage, het verhaal is inclusief plotspoiler samen te vatten als een meisje houdt van een ander meisje en vreest het einde van de wereld – maar het eind komt voor het andere meisje.

Prikkelend

Maar ze doet het toch maar in haar romandebuut en derde boek, dat mengen van genres, en dat lef valt te prijzen. Marsman verhoudt zich ook op een goede manier tot de literaire engagementsdiscussie: ze thematiseert de navelstaarderdij, het kleine engagement met zelf en kleine kring, en laat de wereld daarin binnendringen. Het kleine is de gebruikelijke materie voor veel literatuur, met intelligente uitschieters als de boeken van Hanna Bervoets: in Fuzzie zitten én de liefde én oorspronkelijke ideeën daarover. Anderzijds: het grote engagement kan eigenlijk niet zonder het kleine. In recente 'geëngageerde' romans van Auke Hulst, Annelies Verbeke en Christiaan Weijts lezen we juist ook over onszelf en hoe we ons tot elkaar verhouden, terwijl de wereld ten onder gaat. Marsman thematiseert de standpunten, en dat is prikkelend.

Wat ook goed werkt: van theoretische voorbeelden gaat Marsman akelig snel maar vloeiend naar de praktijk. Ida's wereldbeeld is angstig, en die schaduw hangt vanaf de eerste pagina's boven het verhaal. Haar atoomvrees vind ik moeilijk serieus te nemen, maar als ze even later, als de Italiaanse stage in beeld komt, een natuurlijker soort ramp beschrijft, verandert dat. Ze noteert dat toen het stuwmeer bij Monte Toc in 1963 doorbrak, er honderden doden vielen. 'Men zegt dat de lucht die zich die nacht verplaatste een kracht had die sterker was dan de schokgolf in Hiroshima.' Moeten we de wraak van moeder aarde vrezen?
En als Ida filmromantiek ontmaskert, doemdenkt ze toch ook over haar relatie: 'De realiteit is dat je waarschijnlijk helemaal niet terug naar het benedendek zal rennen om me te redden, je bent niet gek, je zit allang in een sloep.'

Aan het slot van deze slanke roman vallen die elementen verrassend samen, en rest vooral de vraag of jij  ook voor het eigen hachje zou gaan, of voor die van de ander, of voor het grotere belang. Gaan we ook Naomi Klein lezen en de straat op? Of laten we ons meevoeren in komkommerstaat? Dat die vraag zoveel antwoorden heeft – dat inzicht biedt Het tegenovergestelde van een mens ook.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en redacteur van de Revisor. 

pro-mbooks1 : athenaeum