Recensie: De verlichte koning van Madagaskar

08 mei 2017 , door Arjen van Meijgaard
| | |

Jean Christophe Rufin laat met Le tour du monde du roi Zibeline wederom zien dat hij een meester is het romantiseren van historische gebeurtenissen. Eerder bewees hij dat met Rouge Brésil (Braziliaans rood) waarmee hij in 2001 de Prix Goncourt won, een verhaal over een expeditie naar Brazilië om daar de Franse kolonie Antarctisch Frankrijk te stichten. Ook de hoofdpersoon uit Le tour du monde du roi Zibeline, de Hongaarse Maurice Auguste Beniowski, krijgt de opdracht om een Franse kolonie te stichten. Deze keer op Madagaskar. Maar voor hij die opdracht als buitenlander, in naam van Louis XVI mag uitvoeren, krijgt de lezer eerst zijn intrigerende levensloop te horen.

Franse filosofen

Het feit dat hij uiteindelijk geworden is wie hij is, heeft Auguste, zoals hij verder genoemd wordt, te danken aan zijn moeder. Zij overleed toen hij nog een kind was. Haar laatste wens was dat hij een Franse privédocent zou krijgen. Dit strookte niet helemaal met de militaire aspiraties van de vader van Auguste, maar haar wens wordt vervuld. Naast de Franse taal maakt Auguste ook kennis met de verlichte denkbeelden van Voltaire, Diderot en Rousseau. Deze inzichten zullen hem in zijn verdere avontuurlijke leven helpen keuzes te maken.

Rufin heeft aan de hand van deze historische figuur die via allerlei gevaarlijke omwegen uiteindelijk korte tijd koning van Madagaskar wordt, een prachtig beeld geschetst van de achttiende eeuw. Een periode waarin verschillende koloniserende machten elkaar buiten Europa bestrijden en de scheve verhouding tussen de witte 'beschaafde' overheersers en de 'onderontwikkelde' inwoners van de buitengebieden gelukkig ook mensen aan het denken zet.

Amerika

Het verhaal begint op het moment dat Beniowski en zijn vrouw Aphanasie bij Benjamin Franklin aankloppen en de Amerikaanse wetenschapper en politicus (medeopsteller van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring) om hulp vragen. Hoewel Auguste in naam van Frankrijk de opdracht kreeg om Madagaskar te koloniseren, komt hij erachter dat het indruist tegen zijn eigen ideeën om de bevolking te onderwerpen en uit te buiten, laat staan als slaaf te verhandelen. Hij hoopt steun te vinden bij deze vrijgevochten Amerikaan.

Franklin ontvangt dagelijks mensen die iets van hem willen, maar deze twee vreemde wereldreizigers weten zijn aandacht geheel te winnen. Om beurten vertellen Auguste en Aphanasie over de avonturen die ze hebben beleefd. Hun eigen jeugd, hun ontmoeting in Siberië waar Auguste krijgsgevangene was en Aphanasie als dochter van de gouverneur woonde, over hun gezamenlijke ontsnapping en de boottocht via Alaska, Japan, de Filippijnen en Macao tot aan Frankrijk. Franklin kan geen genoeg krijgen van de verhalen.

Vertelstemmen

Inderdaad zijn het spannende episodes waarbij het Rufin lukt om de twee vertelstemmen duidelijk van elkaar te laten verschillen. Auguste gaat voorbij aan emoties en gevoelens en beschrijft de krijgshaftige en militaire kant van het verhaal, hij stond immers als kapitein aan het hoofd van bijna honderd ontsnapte krijgsgevangen en moest deze veelal barbaarse mannen en een klein aantal vrouwen in het gareel houden.

Aphanasie legt meer de nadruk op de innerlijk twijfels en verlangens van het tweetal en schetst hun relatie die te lijden heeft onder de soms erbarmelijke omstandigheden maar daardoor tegelijkertijd ook gesterkt wordt. Rufin beschrijft levendig hoe zij zich voelt. Zowel Auguste als Aphanasie richten zich duidelijk tot Franklin wanneer ze vertellen:

'Auguste vous a raconté notre périple et je ne veux pas y revenir. Permettez-moi toutefois de vous dire, et je suppose que vous l'avez pressenti, que j'ai vécu ces aventures d'une manière bien differente. Imagines-vous ce que peut représenter, pour une jeune fille de dix-sept ans, ces douze mois de voyage. Que dis-je, voyage? De fuite, de peur, de froid extrême et de chaleurs étouffante, de promiscuité, de faim, de maladie.'

Geboeid

Door deze directe vertelstijl word je ook als lezer het verhaal ingetrokken en blijf je geboeid tot de laatste bladzijde. Rufin laat zijn vertellers de spanning goed opbouwen, soms worden gedetailleerde beschrijvingen gegeven wanneer dat van belang is, dan weer wordt een deel van de reis samengevat. Die afwisseling houdt de vaart erin, de lezer krijgt een duidelijk beeld van de omzwervingen die beide geliefden maken.

Hun drang naar een geciviliseerde samenleving die ze hopen te vinden in Frankrijk staat in schril contrast met het ruwe leven op zee. Maar als ze dan uiteindelijk in Frankrijk aankomen en Auguste er in naam van de koning weer op uit mag, komen de volgende problemen om de hoek. Waarom moeten ze naar Madagaskar? Kunnen ze zich daar handhaven zonder hun eigen idealen te verloochenen? Is wat de Franse kroon van hen verlangt realistisch?

Een historische roman is geslaagd wanneer het verhaal vragen bij de lezer oproept, niet alleen over de verloop van het geromantiseerde deel van het verhaal, maar ook over de geschiedkundige kant van de zaak. Als die dan later in het boek op een interessante manier beantwoord worden, kun je niet anders dan voldaan de laatste bladzijde omslaan. Auguste was koning van Madagaskar, Rufin kan gerust beschouwd worden als koning van de Franse historische avonturenroman.

Arjen van Meijgaard schrijft korte verhalen en bespreekt Nederlandse en Franse fictie, voor onder andere NBD/Biblion en zijn eigen blog.

pro-mbooks1 : athenaeum