Recensie: Van der Heijdens late gift is een meesterwerk

08 december 2015 , door Daan Stoffelsen
| | |

Vandaag verschijnt A.F.Th. van der Heijdens De ochtendgave, waarin hij zich wederom een meester toont - nu in een subgenre dat nieuw voor hem is: de historische roman. Het is het spannende, overtuigende verhaal van Caspar Sonmans, chirurgijn en secretaris van de Nederlandse delegatie, in het Rampjaar en het jaar van de Vrede van Nijmegen. Het verhaal van Caspar, die zijn geliefde Sara tot tweemaal toe verliest. Een verhaal over diplomatiek en romantiek, met middeleeuws plastiek en moderne dilemma's. Met een enkele kanttekening is De ochtendgave een van zijn beste romans in het nieuwe millennium.

N.B. Eerder bespraken we Tonio en Uitverkoren, en publiceerden we voor uit De helleveeg.

2009 - 2015. Het begon met een huwelijksscène, 1672

De ochtendgave was een novelle, in opdracht geschreven van de Gemeente Nijmegen. Een eerste hoofdstuk werd al in 2009 afgerond en bibliofiel gepubliceerd onder dezelfde titel. We leren er de jonge Nijmeegse chirurgijn Caspar Sonmans in kennen, die Sara Stermont zal trouwen. (Een mooi spel met achternamen; op Caspars achternaam zal nog menig taalspel gespeeld worden.) Het is een mooie, maar bedrukte bruiloft, want de stad wordt belegerd en beschoten door de Fransen. De huwelijksnacht is nog niet begonnen of de inname is een feit. Later die avond dringt de werkelijkheid nog in de idylle door met 'post voor mevrouw'. Toch volgt die huwelijksnacht, teder en dubbel, fysiek en vol van onbegrip.

'Haar vingers roken naar gist, spuug en gesmolten hoorn. Door een lachkramp raakten de tranen los. Sara huilde uit met haar gezicht in mijn hals. Omdat ze met haar boezem tegen mijn middenrif aan schokte, voelde ik precies waar de ijzeren wapening zat, het kledingstuk dat haar borsten ophield. Met mijn armen om haar heen probeerde ik op de rugzijde van haar jurk alvast zo veel mogelijk knopen en andere sluitingen los te peuteren. Mijn vingers waren te grof.
De hevigheid van Sara's huilbui stond in geen verhouding tot de milde berisping die ik haar bereid had. Het werd erger. Zij jankte nu met diepe, sidderende uithalen. Snot gorgelde in haar neus en keel. Het kon niet anders of ik was getuige van een harstochtelijk afscheid van haar oude leven.'

De post wekt tranen op, en Van der Heijdens beschrijving is plastisch, ranzig bijna, maar het klopt: de onhandigheid, het onbegrip. Het klopt: de daaropvolgende nacht, die ze bekronen met nog een vrijpartij 's ochtends, een symbolische ochtendgave. En dan opeens is Sara verdwenen. Wat stond er in die brief? Wie zond hem? Welk nieuw leven volgt er? Waar is de bruid in oorlogstijd?

Het vervolg moet Van der Heijden toen al bedacht hebben, maar zijn werk veranderde door het tragische ongeval van zijn zoon Tonio van koers. Pas nu weten we dat de novelle een roman werd - en waar Sara heen was. Het werd een roman over hoe het grote verhaal van de vrede en het kleine van Caspar en Sara botsen, over - Van der Heijden maakt het me iets te expliciet - 'Sara's persoonlijke geluk op de weegschaal [...] tegenover het algemene belang dat ze najoeg'.

Vredesjaar

Het is niet noodzakelijk voor het begrip van Van der Heijdens boek, maar 1672, het huwelijksjaar van Caspar en Sara, was Hollands Rampjaar, waarin de Republiek in oorlog was met bijna alle haar omringende naties. Overijssel, Drente, Arnhem, Nijmegen en zelfs Utrecht werden ingenomen. De gebroeders De Witt werden gelyncht.

Maar het hoofddeel van de roman, met 192 van de 290 pagina's romantekst, speelt zich in 1678 af, het jaar van de Vrede van Nijmegen tussen Frankrijk en de Republiek, en later tussen de andere oorlogvoerende partijen. Caspar is secretaris geworden van het Nederlandse gezantschap in de stad en ontsleutelaar van de geheime boodschappen van spionne PFV. Met het handschrift van Sara brieft PFV details door over de intenties en inzichten van de Franse delegatie.

Komt die vrede er? De Fransen houden het spannend. En komt er rust voor Caspar persoonlijk? Een anonieme briefschrijver belooft hem de terugbetaling van het vluchtgeld voor Sara: voor elke dag dat zijn echtgenote verdwenen was, had Caspar vijftig gulden moeten betalen aan een Franse markies. Hij komt naar de afgesproken plek in de Franse ambassade - en treft Sara zelf aan.

1705, ten slotte, is het jaar waarin Caspar Sonmans zich al deze gebeurtenissen herinnert, en aan zijn zoon vertelt. Evenmin een jaar zonder strijd: een coup in het gemeentebestuur van Nijmegen is net mislukt. Van der Heijden opent zijn boek met een zeer gedetailleerde onthoofding van de rebellerende oud-burgemeester ('De ochtendgave' is dus het tweede hoofdstuk geworden), en al snel daarna werpt hij een schaduw over de rest van het boek: 'Precies zevenentwintig jaar geleden hield mijn leven op - niet mijn bestaan. Sindsdien leefde ik voort. Ik kon nooit meer der dagen zat geraken, omdat die zatheid al op 10 augustus 1678 bereikt werd.'

Meesterschap

Het duurt na de vrede nog tientallen zeer spannende pagina's, het vergt diep doordringen in de vredesfeestvreugde, voor je begrijpt hoe Caspars leven opgehouden is. Van der Heijden is in de kern van deze roman weer een briljante plotbouwer. Met twee grote hoofdstukken middenin het historische drama, en twee omlijstende die dat relativeren met enerzijds nog meer gruwel en anderzijds een tergende huiselijkheid: een rouwende, zieke Caspar kletst bij met zijn zoon. De stijl, die in Van der Heijdens contemporaine romans nog wel eens opvalt als te gedragen, overtuigt hier te allen tijde, en hij toont fijnzinnig de platheid van het decor, amper de Middeleeuwen ontstegen, als voorafschaduwing van de personages:

'De ooievaars vingen met klepperende snavel de eerste vissenkoppen van de dag, die zichtbaar door hun hals gleden, als een prooi in een slangenlijf. Op een nog leeg gedeelte van het marktterrein paarden twee honden in het volle zonlicht. Hun uitgewalste schaduwen dreven de spot met hun verstrengeling.'

Zijn research is even goed gedaan - de verantwoording, met titels als Luc Panhuysens Rampjaar 1672 en De ware vrijheid, Jonathan Israels The Dutch Republic en detailstudies van Nijmeegse historische gebeurtenissen, getuigt daar ook van. Een enkele keer wil Van der Heijden het té perfect, als een schilderij van Nicolaas Maes als bewijsstuk langskomt of als hij de noodzaak voelt om in een terzijde van een paar pagina's Johannes Smetius te noemen.

Maar de puzzels passen, de heen-en-weerverwijzingen sluiten, het Neolatijn, de nevenpersonages overtuigen in hun onbetrouwbaarheid, Caspar en Sara in hun volheid. En het is dus spannend, maar Van der Heijden hecht het niet af met oplossingen voor alles. Er blijven tot aan het einde nog een aantal vragen open. Wie schreef die brief? Waarom krijgt Caspar de gouden knopen van de onthoofde burgemeester?

Ten slotte: het gaat ergens over. In een tijd waarin de grote geschiedenis zich weer aan stadspoorten en in gelagkamers meldt, Europa zijn wortels heronderzoekt en de term 'oorlog' weer door hooggeplaatste historici gebezigd wordt, krijgt zelfs een roman over de zeventiende eeuw actualiteit. Van der Heijden laat zien hoe het individu invloed kan hebben op, en weggevaagd kan worden door de grote gebeurtenissen. En hoe onderhandelingen en internationale betrekkingen ook door emoties geregeerd worden. Maar bovenal schrijft hij een uitgebalanceerd, spannend boek over verlies, hoop en wanhoop, mét het Orpheus-thema dat hij voor een nieuwe Tonio-roman bedacht had.

Wie de titels 'in voorbereiding' ziet (Kwaadschiks (2016) en De grafdelver of Schwantje's Fijne Vleeschwaren (beide De Tandeloze Tijd), De vondeling (Homo Duplex) en President Tsaar op Obama Beach), vermoedt dat deze genrekeuze een uitstapje blijft, maar De ochtendgave kan zich meten met het beste van Van der Heijden. Een late, grootse gift aan Nijmegen en trouwe lezers.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en redacteur van de Revisor.

pro-mbooks1 : athenaeum