Recensie: Bureaucraten houd uw bacteriën bij u!

25 november 2015 , door Miriam Rasch

Ik wil deze bespreking van Bureaucratie is een inktvis van René ten Bos beginnen met een bekentenis. Het is altijd met enige schroom dat ik zeg dat ik projectmanager ben. Want dat doe ik, ik manage projecten. Wat voor projecten? Ach, wat doet dat ertoe: ik schrijf begrotingen in met formules doortimmerde Excel-sheets, verantwoordingen en evaluaties, vastgelegd in tientallen documenten, met honderden tussenkopjes en duizenden woorden. Die documenten hebben allemaal meerdere versies, worden gemaild, geprint, van map naar map verplaatst, tot het project afgelopen is en het dossier gearchiveerd wordt.

Parodiërende stijl

Ik chargeer natuurlijk. (Een beetje.) En dat moet ook, want het ergste aan bureaucraten - en projectmanagers zijn natuurlijk de hedendaagse bureaucraten bij uitstek - is wel dat ze zichzelf zo serieus nemen. De enige correcte manier om over ze te schrijven, zegt ook René ten Bos, is in een parodiërende stijl. Daarmee maakt hij het zichzelf niet makkelijk, overigens, de parodie is een register dat lang niet iedereen beheerst. Wellicht ten overvloede (zoals een bureaucraat betaamt): René ten Bos doet dat wel.

'Inktschijters,' noemt hij die bureaucraten, en met die provocatieve benaming is de toon gezet van zijn tegelijk diepgravende en oergrappige boek Bureaucratie is een inktvis. Inktschijters, dat zijn de producenten van al die mappen, documenten en e-mails die ze dag in dag uit uitpoepen zonder dat iemand erop zit te wachten. Het hoort bij het leven, net als daadwerkelijk poepen. (Met Grunberg kunnen we ze ook 'producenten van normaal gedrag' noemen.) Hoe is het dan mogelijk dat de bureaucraat zich in zo'n hoog tempo heeft weten te vermenigvuldigen, tot hij alomtegenwoordig en dus onuitroeibaar is? Ten Bos gaat ver terug de geschiedenis in om dat te verklaren: van de etymologie van begrippen tot de vroegchristelijke kerkgeschiedenis, waarin de grondslag werd gelegd voor de bureaucratische structuren waar we nu nog steeds in werken. Maar wat heeft dat alles met een inktvis te maken?

'1. Van het beest [de inktvis] zien we meestal niet meer dan een glimp. We zien het dus zelden of nooit helemaal; 2. Het beest, hoe groot het ook is, is een meester in camouflagetechniek; 3. Het lijkt erop dat het beest geen centraal brein heeft, maar gekenmerkt wordt door verspreide intelligentie.'

Het bureaucratische dier

De inktvis wordt zo de briljante vondst die Ten Bos gebruikt om het ongrijpbare van bureaucratie te verbeelden, als een uitgesponnen metafoor die door het hele boek heen steeds weer opduikt, zonder ooit vergezocht, geforceerd of vermoeiend over te komen. Dat is te danken aan de eerder genoemde parodiërende stijl en aan een vrijwel constant volgehouden kraakheldere uitleg van complexe materie - bijzonder voor een filosofisch werk. Ik noemde al even de vroegchristelijke kerkgeschiedenis, waarbij het gaat om de hiërarchie van God, engelen, de koning en zo meer - daarnaast baseert Ten Bos zich voor een belangrijk deel op Max Weber, Giorgio Agamben en Gilles Deleuze, niet de makkelijkste denkers om vlotjes in je betoog te verwerken.

Hoe kan het dan toch dat we maar genoegen blijven nemen met al die inktschijters en zelf alles in het werk zetten om tot de klasse der inktschijters te gaan behoren, ook al pissen we net zo lief op alle stront die het oplevert? Het is een vraag waar Ten Bos ook geen eenduidig antwoord op heeft. Is de mens misschien 'het bureaucratische dier'? Is de bureaucratie soms losgezongen van de mens en kunnen we gewoon niet meer terug? In elk geval denk ik dat René ten Bos inmiddels ongelijk heeft als hij zegt dat er geen debat is rond dit onderwerp. Niet alleen zijn eigen boek draagt daaraan bij, ook het laatste werk van David Graeber, The Utopia of Rules (dat Ten Bos aanhaalt en bekritiseert), de recente vertaling van Agambens Profanaties, maar ook een roman zoals (het voor een projectmanager fantastisch herkenbare) Satin Island van Tom McCarthey doen dat. Die boeken zijn echter ook weer documenten, op papier gescheten teksten die je kunt verplaatsen, wissen, kopiëren, archiveren, het maakt niet uit wat je ermee doet, na wat ophef in eigen kring kleven ze toch wel vast aan een tentakel van 'het beest' om niet meer uit de 'traagvloeibaarheid' te ontsnappen.

Nee, dat wil ik niet geloven. 'Een van de grote problemen met bureaucratie is niet alleen dat inktschijters de baas zijn, maar ook dat ze iedereen infecteren met de noodzaak zelf ook inkt te gaan schijten,' schrijft Ten Bos. Burgers, zou ik dan willen roepen: laat u vaccineren! Bureaucraten: houd uw bacteriën bij u! En projectmanagers: graag eind deze week een planning volgens SMART-doelen!

Miriam Rasch studeerde literatuurwetenschap en filosofie en werkt als redacteur en docent media/filosofie bij de Hogeschool van Amsterdam. Ze schrijft voor verschillende websites, zie www.miriamrasch.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum