De eerste zinnen van Das achte Leben (für Brilka) van Nino Haratischwili, vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post

19 juli 2017
| | | |

Elly Schippers en Jantsje Post vertaalden Das achte Leben (für Brilka) van Nino Haratischwili. Het achtste leven is een van de Zomerboeken van Athenaeum Haarlem. Wij vroegen Schippers en Post de eerste zinnen van hun vertaling toe te lichten.

Een monumentaal, Tolstojaans familie-epos dat zes generaties omspant tussen 1900 en nu. Acht levens van één Georgische familie, beginnend in een kleine stad vlak bij de grens tussen Georgië en Azerbeidzjan, waar een getalenteerde chocolatier zijn dochters grootbrengt en en passant een recept bedenkt voor een verrukkelijke chocoladedrank met gevaarlijke krachten. Het brengt hem rijkdom en aanzien, maar dat betekent in die tijd ook al spoedig een gevaar. Nitsa is de achterkleindochter van Stasia, een van de dochters van de chocolatier. Zij woont in Berlijn en vertelt op meeslepende wijze, maar ook met veel ironie en humor, de dramatische geschiedenis van haar familie en die van de 'rode' twintigste eeuw - een cruciale periode in de Europese geschiedenis - met de opkomst en ondergang van de Sovjet-Unie, het wegvallen van het IJzeren Gordijn en de perestrojka.

N.B. Lees ook Jerker Spits' recensie van en ons leesfragment uit Het achtste leven.

Eigentlich hat diese Geschichte mehrere Anfänge. Ich kann mich schwer für einen entscheiden. Da sie alle den Anfang ergeben.
Eigenlijk heeft dit verhaal meer dan één begin. Ik vind het moeilijk om er een te kiezen. Omdat ze allemaal het begin vormen.

Dat zijn de eerste zinnen van de proloog, die als ondertitel heeft 'De partituur van het vergeten'. Daarna noemt Nitsa, de ik-vertelster, drie mogelijke beginnen voor haar verhaal: zichzelf, een jonge, uit Georgië gevluchte vrouw, die in 2006 in Berlijn woont en met het leven overhoopligt; Brilka, haar twaalfjarige nichtje, dat 'besluit de wereld waarin ze leeft een nee in het gezicht te slingeren en op zoek te gaan naar een ander begin voor zichzelf en haar verhaal'; of, zo vervolgt Nitsa, 'je kunt helemaal teruggaan naar de wortels en daar beginnen'.

Meer dan een eeuw geschiedenis

En dat is wat ze vervolgens doet. Met Brilka als adressaat gaat ze op zoek naar het verhaal van hun familie, een verhaal dat begint met haar overgrootmoeder Stasia, geboren in 1900, en eindigt met de demonstratie tegen president Sakaasjvili in 2007 in Tbilisi. Meer dan een eeuw familiegeschiedenis, die verweven is met de geschiedenis van Georgië en daarmee van de Sovjet-Unie. Een familie waarvan de kinderen zijn beschadigd door het verleden van de ouders, die op hun beurt zijn getekend door de geschiedenis en vooral door de terreur van het sovjetsysteem. Bijvoorbeeld Nitsa's oudtante Christine, die onvrijwillig de minnares wordt van Lavrenti Beria, of haar grootvader Kostja, die een hoge functie bekleedt bij het KNVD, de voorloper van de KGB, en er mede de hand in heeft dat zijn zus Kitty wordt verbannen naar het Westen. Dit alles heeft in de familie de nodige taboes tot gevolg. En dat grote zwijgen wil Nitsa nu doorbreken.

Bijzondere zinsneden

De schrijfster, Nino Haratischwili, werd in 1983 in Tbilisi geboren en verhuisde op twaalfjarige leeftijd met haar moeder naar Duitsland. Ze studeerde film- en theaterwetenschappen in Tbilisi en in Hamburg, waar ze woont en werkt. Ze schrijft in het Duits en behoort dus in zekere zin tot de migrantenauteurs. Is dat in haar boek te merken? In de Duitse pers werd haar taal enigszins exotisch genoemd, een stempel dat men deze auteurs algauw opdrukt. Wij vonden het uiteindelijk wel meevallen, maar werden soms toch met bijzondere zinsneden geconfronteerd.

Op pagina 10 zegt Nitsa's geliefde bijvoorbeeld dat hij met haar 'normal werden wolle'. Uit de context begrijp je dat hij met haar op de gebruikelijke manier wil samenleven, maar het is te opmerkelijk om het ook zo te vertalen. Bij navraag mailde Haratischwili: 'Zo zeggen we dat in het Georgisch.' Wat ons het 'recht' gaf het ook zo te zeggen. In een ander geval moesten we eigengereider te werk gaan. Zo bleek ze aan het woord selbstvergessen de meest uiteenlopende betekenissen toe te kennen, variërend van ingetogen tot hartstochtelijk.

Een omvangrijk boek

Maar meer dan de taal springt bij dit boek de omvang in het oog: 1.275 bladzijden. Waarom de schrijfster zoveel pagina's nodig had om haar verhaal te vertellen, heeft ze in diverse interviews uitgelegd. Ze wilde aanvankelijk een boek over Georgië in de jaren tachtig en negentig schrijven, maar besefte gaandeweg dat de westerse lezer de politieke en maatschappelijke omstandigheden niet zou begrijpen zonder kennis van de historische achtergrond, en dus zag ze zich genoodzaakt steeds verder terug te gaan in de tijd en kwam ze uit bij de Russische Revolutie.

Als vertaler krab je je wel tien keer achter de oren voor je aan een boek van een dergelijke omvang begint. Dat het een duovertaling zou worden, was al vrij snel duidelijk. Uiteraard wilde de uitgeefster niet jarenlang wachten tot een vertaler de klus in z'n eentje had geklaard. Maar ook wij vonden het een aantrekkelijk idee om het vertalerslief en -leed te delen. Want er komt een moment dat je in die 350.000 woorden verdrinkt en dan is het prettig om te weten dat er iemand klaarstaat om je er weer uit te vissen.

Overigens zijn wij niet de enigen die de afgelopen jaren aan dit waagstuk zijn begonnen. Het boek, dat ondanks (of dankzij?) zijn dikte in Duitsland een groot succes is, wordt in vele talen vertaald, onder andere in het Engels, Frans, Turks, Bulgaars, Pools, Georgisch. Samenwerking met de Engelse en Franse vertaalsters lag voor de hand en vormde een welkome hulp bij het vele onderzoek dat we voor dit boek moesten doen.

Lief en leed delen met de personages

Nu lijkt het misschien alsof een dergelijke omvang alleen maar nadelen heeft, maar dat is niet het geval. We hebben niet alleen het vertalerslief en -leed met elkaar gedeeld, maar ook het familielief en -leed met de personages. Als je zo lang met een boek bezig bent, ga je zelf deel uitmaken van die familie. En zo ontstond bij ons de wens om ze in levenden lijve te zien, natuurlijk niet de Jasji's, zoals de familie van Nitsa heet, maar het volk waar ze deel van uitmaken, de Georgiërs.

We besloten een fietsreis door Georgië te maken en daar beleefden we alles nog een keer: Tbilisi, waar zich veel ingrijpende historische gebeurtenissen afspelen, Batoemi met zijn kiezelstrand, de Zwarte Zee, Gori (de geboorteplaats van Stalin, die in het boek een belangrijke rol speelt), en vooral de geuren, de sfeer en de mensen op straat - in wie we geregeld bepaalde personages meenden te herkennen.

Al met al is het een project geworden dat we niet snel zullen vergeten. Tot slot zij nog vermeld dat er van het boek een vijf uur durende toneelvoorstelling is gemaakt, die we op 29 juni jongstleden samen met de auteur en de Engelse vertaalsters in Hamburg hebben bijgewoond. Een feestelijke afsluiting van wat wij het Brilka-avontuur zijn gaan noemen.

Elly Schippers vertaalde werk van Elias Canetti, Jenny Erpenbeck, Edgar Hilsenrath, Charles Lewinsky, Joseph Roth, Arthur Schnitzler, Anna Seghers en vele anderen. Eerder schreef ze voor Athenaeum.nl over de eerste zinnen van Erpenbecks Een handvol sneeuw en over Hilsenraths Het sprookje van de laatste gedachte.

Jantsje Post vertaalde werk van onder anderen Annemarie Schwarzenbach, Monika Held, Joachim Fest, Trinus Riemersma en maakte een hervertaling van Manja van Anna Gmeyner en, samen met Lilian Caris, van De strijd om sergeant Crisja van Arnold Zweig, die ze eerder toelichtten voor Athenaeum.nl.

 De eerste zinnen van Das achte Leben (für Brilka) van Nino Haratischwili, vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post

Delen op

pro-mbooks1 : athenaeum