De eerste zinnen en de titel van Hédi Kaddours De Oppermachtigen, vertaald door Marianne Kaas

05 oktober 2017
| | | |

Marianne Kaas vertaalde Hédi Kaddours's tweede roman De Oppermachtigen, die de Grand Prix du roman de l'Académie française kreeg en werd genomineerd voor de Prix Goncourt. We vroegen haar de eerste zinnen toe te lichten.

Elle lisait plus de livres en arabe qu’en français. Ça avait rassuré son père, mais il avait fini par se rendre compte que certains livres arabes étaient aussi dangereux que les livres français.
Ze las meer boeken in het Arabisch dan in het Frans. Dat had haar vader gerustgesteld, maar uiteindelijk was hij gaan beseffen dat sommige Arabische boeken net zo gevaarlijk waren als de Franse.

Zo luiden de eerste twee zinnen van Hédi Kaddours (omvang)rijke roman De Oppermachtigen, die speelt in de jaren twintig, in een denkbeeldig Frans protectoraat in de Maghreb. Op zichzelf geen lastige zinnen, maar ze bevatten veel informatie: Kaddour valt als het ware met de deur in huis.

Net zo gevaarlijk als Franse boeken

Een van de hoofdpersonen van het boek wordt geïntroduceerd: een nog jonge vrouw (de volgende zin vermeldt dat ze Rania heet), dat blijkt uit de aanwezigheid van de vader, die zich zorgen maakt. Ze is geletterd, ze leest immers Frans. Maar ze leest ook Arabische boeken, ze is Arabische, dat is wel duidelijk, in de volgende zin wordt bovendien de naam van de vader voluit genoemd, Mabroek Belmejdoeb.De vader heeft zijn dochter een goede opleiding toegestaan. Wat hij nu min of meer betreurt, boeken kunnen gevaarlijk zijn. Gevaarlijk in welke zin? Daar moeten we in dit stadium van het verhaal naar raden. Maar… Frans protectoraat, jaren 20, in die tijd begon een nationalistische onafhankelijkheidsbeweging van jongelui zich al te roeren. Daarop wordt impliciet gezinspeeld als de vader begint te begrijpen dat sommige Arabische boeken net zo gevaarlijk zijn als de Franse boeken die zijn dochter leest. Dat Rania in verzet komt tegen de ondergeschikte positie van in het bijzonder de Arabische vrouwen, wordt hier nog niet met zoveel woorden gezegd.

De voor-eerste zin

Ik wil de voor-eerste zin nog even noemen: de titel van het boek, in het Frans Les Prépondérants. Wat is de betekenis van prépondérant? De Robert geeft als omschrijving van het bijvoeglijk naamwoord: ‘qui l’emporte en autorité, en influence’. De Frans-Nederlandse Van Dale geeft als vertaling onder andere ‘overheersend, dominerend’.

Maar de titel van Kaddours roman luidt ‘Les Prépondérants’; het bijvoeglijk naam woord zelfstandig gebruikt, in het meervoud. Wie en wat zijn die prépondérants dan? Nogmaals, het boek is gesitueerd in een Frans protectoraat. De uitleg van het woord luidt: ‘Wij zijn veel ontwikkelder dan al die inheemsen, wij denken meer na, dus op ons rust de plicht hen leiding te geven, en dat nog voor heel lang, want ze zijn traag.’ De prédondérants zijn dus de zelfbenoemde Franse elite, bestuursambtenaren maar ook de advocaat, de dokter, de notaris, de rijke koloniale handelaar, die zich verheven voelen boven de inheemse, mohammedaanse bevolking (maar ook boven de Spanjaarden, Italianen en Joden die zich in het gebied hebben gevestigd).

Dat bracht me nog niet op een vertaling. De collega’s die ik om raad vroeg, suggereerden onder andere: ze speelden de baas (dat hielp nog niet voor de titel), de machtigen (wat niet helemaal juist is, omdat ze niet allen daadwerkelijk ‘de macht’ uitoefenen), de bazen (wat niet helemaal klopt, niet iedereen heeft inheemse arbeiders in dienst, en wat ook niet echt fraai is), de meesters (is ook niet helemaal juist), het Herrenvolk (gaat wel erg ver, en kan sowieso niet, gezien de periode waarin het boek speelt).

Uiteindelijk kwam ik op ‘De Oppermachtigen’, en het bijvoeglijk naamwoord ‘oppermachtig’. In principe is ‘oppermachtig’ sterker dan ‘machtig’, maar het heeft naar mijn gevoel de licht ironische ondertoon die ‘Prépondérants’ ook heeft. En ondanks een lettergreep te veel, benadert het qua ritme de Franse titel.

Marianne Kaas vertaalde werk van Jean-Philippe Toussaint [toelichting], Claude Lévi-Strauss, Claude Lanzmann, Marie Bashkirtseff, Jean Rouaud, David Foenkinos, Jorge Semprún en Sylvain Tesson.

De eerste zinnen en de titel van Hédi Kaddours De Oppermachtigen, vertaald door Marianne Kaas

Delen op

pro-mbooks1 : athenaeum