Alles voor de wetenschap. Over het vertalen van The Invention of Nature van Andrea Wulf

25 juni 2016
| | | | |

Een van de Zomerboeken van Athenaeum Roeterseiland is De uitvinder van de natuur. Het avontuurlijke leven van Alexander von Humboldt van Andrea Wulf. Wij vroegen Mariella Duindam en Fennie Steenhuis om een toelichting bij hun vertaling van het boek.

N.B. Lees bij ons op de website ook een uitgebreid fragment uit De uitvinder van de natuur.

Humboldts grootste ontdekking

They were crawling on hands and knees along a narrow ridge that was in places only two inches wide.

Met deze beeldende zin, gevolgd door een ijzingwekkende beschrijving van de beklimming van de dode vulkaan de Chimborazo, begint Andrea Wulf haar biografie over de ontdekkingsreiziger en natuurwetenschapper Alexander von Humboldt (1769-1859). Humboldt wilde alles meten, alles weten, alles bekijken, alles onthouden, alles begrijpen, alles vertellen en alles opschrijven. Daarvoor stelde hij veel in de waagschaal. Zijn gezondheid bijvoorbeeld - zo deed hij allerlei proeven op zijn eigen lichaam, waarbij hij blijmoedig aanzienlijke verwondingen opliep. Zijn veiligheid - tijdens zijn reizen nam hij monter de gruwelijkste risico's. En zijn slaap, want slapen vond hij zonde van zijn tijd.

Aanvankelijk was Humboldt 'typisch een kind van de Verlichting': 'Hij verzamelde duizenden planten, verrichtte metingen, maakte notities en classificeerde.' Maar onder invloed van zijn vriend Goethe, met wie hij zich ook in de ideeën van Kant verdiepte, kwam hij tot het besef dat 'de verbeelding even onmisbaar was voor ons begrip van de natuurlijke omgeving als de rede'.

Als Humboldt eindelijk de kans krijgt om de Chimborazo te beklimmen - de berg die destijds als de hoogste ter wereld werd beschouwd - en de omgeving bekijkt met de 'nieuwe organen' waarmee het samenzijn met Goethe hem heeft uitgerust, doet hij zijn allergrootste ontdekking: de aarde is één groot levend organisme waarin alles met elkaar verbonden is. Dit besef werkt hij uit in zijn beroemd geworden Naturgemälde; het ligt aan de basis van al zijn verdere ideeën. En zo zijn we dan weer terug bij die eerste alinea's, waarin Wulf Humboldt in één klap neerzet als wetenschapper (met zijn barometer, thermometer, sextant, kunstmatige horizon en cyanometer), als avonturier (op een hachelijke klim zonder fatsoenlijke uitrusting) en als ziener.

Kruipen op handen en knieën?

Letterlijk vertaald luidt de eerste zin: Ze kropen op handen en knieën over een hoge, smalle richel, die op sommige plaatsen maar vijf centimeter breed was. Die vertaling is om meerdere redenen niet geslaagd. Als we in het achterhoofd houden dat Wulf meteen een bepaalde sfeer wil creëren, dan is beginnen met het woordje 'ze' in het Nederlands te zwak; onder andere vanwege de klank. In muziektermen gesproken: het stuk moet met een krachtig akkoord beginnen. De oplossing zou kunnen zijn: Kruipend op handen en knieën bewogen ze zich voort over een hoge, smalle richel, die op sommige plaatsen maar vijf centimeter breed was. Maar zeggen wij Nederlanders dat wel, kruipen op handen en knieën? Is dat niet dubbelop? Haalt dat niet meteen de vaart eruit? Wij vonden van wel. Dus werd het:

Kruipend bewogen ze zich voort over een hoge, smalle richel, die op sommige plaatsen maar vijf centimeter breed was.

Verraderlijke valkuilen

Dit zijn afwegingen die een vertaler bijna automatisch maakt; dit eerste zinnetje was dan ook niet bijzonder moeilijk, al denk je over eerste en laatste zinnen altijd wel iets langer na. De vertaalmoeilijkheden die gewoonlijk in de bijdragen aan deze reeks besproken worden, ontbraken in deze vlot geschreven biografie dan ook vrijwel geheel. De problemen die wij bij het vertalen tegenkwamen, waren van andere aard. Omdat Wulf een breed beeld wil schetsen van de tijd waarin Humboldt leefde, van de opvattingen die destijds heersten, van de vele onderwerpen waarin Humboldt zich verdiepte en van de wetenschappers, kunstenaars en politici die hij beïnvloed heeft, zet zij vaak in luttele zinnen ingewikkelde denkbeelden uiteen.

Voor een vertaler die niet overal verstand van heeft, zijn dit soort samenvattingen verraderlijke valkuilen. Begin maar eens aan een vertaling over de ideeën van Kant als je geen filosoof bent. Of aan een beschrijving van Goethes ideeën over de metamorfose van planten en dieren, als je die niet helemaal doorgrondt. Maar, wordt er door niet-vertalers op dit soort verzuchtingen vaak geantwoord, de hoofdzaak is toch dat Wulf weet waar zij het over heeft? De vertaler hoeft toch alleen nog maar te vertalen?

Dat een vertaler iets 'alleen maar' hoeft te vertalen is een veelgehoord misverstand. Wat moet je opschrijven als je niet precies weet wat er wordt bedoeld? Als de bewering op verschillende manieren kan worden uitgelegd? Of, en ook dat komt voor, als de schrijver zich vergist? Wel, dan verdiep je je eerst enigszins in het onderwerp, en daarna raadpleeg je een deskundige. Eén voorbeeld:

Like the French naturalist Jean-Baptiste Lamarck and later Charles Darwin, Goethe recognized that animals and plants adapted to their environment. The urform, he wrote, could be found in all living organisms in different stages of metamorphosis - even between animals and humans.

Hier durfden wij onze vingers niet aan te branden. Die metamorfose zat ons in de weg, evenals die mensen en die dieren. Gelukkig vonden we een bioloog die even wilde meedenken, en uiteindelijk werd het: 'De oervorm was bij alle levende organismen in verschillende ontwikkelingsstadia aanwezig, ook bij de mens [...].'

Bovenstaande was niet alleen van toepassing op uitspraken en denkbeelden van Goethe of Kant, maar ook op die van Charles Darwin, Simón Bolívar, Henry David Thoreau, Thomas Jefferson, George Perkins Marsh, Ernst Haeckel en John Muir, die allen uitgebreid in het boek aan de orde komen. Steeds moest, waar nodig, worden opgezocht wát er nu precies bedoeld werd wanneer aan hun uitspraken en ideeën werd gerefereerd. Wellicht geïnspireerd door Humboldts beeld van de natuur als een web van leven waarin alles met elkaar verbonden is, heeft Wulf zich alle moeite getroost om aan te tonen dat deze wetenschappers, politici, kunstenaars en natuurbeschermers op een bepaalde en soms beslissende manier met Humboldt verbonden waren en door hem werden geïnspireerd.

Vertalingen vertalen

De denkbeelden en uitspraken van al Wulfs personages krijgen onder meer gestalte in de vele citaten in het boek. Wulf heeft daartoe uitvoerig gebruik gemaakt van allerlei Duitse, Franse en Spaanse primaire bronnen, waar in het zeer uitgebreide notenapparaat naar wordt verwezen. Veel Duitse bronnen heeft ze zelf in het Engels vertaald, maar ze maakt ook gebruik van bestaande Engelse vertalingen. Hier lag voor ons weer een uitdaging. Het risico op missers is groot als je een vertaling in plaats van een originele tekst vertaalt, en zo moesten wij dus zo'n tweeduizend oorspronkelijke teksten opzoeken om een betrouwbare vertaling te kunnen produceren, met nu en dan de hulp van een collega als we zelf de betreffende brontaal niet voldoende machtig waren.

Quatre-mainsvertalen

Hoe vertaal je nu een boek als dit met zijn tweeën? In dit geval heel simpel: ieder de helft. Een aantal hoofdstukken van elkaar nakijken (liefst alles, maar daartoe ontbrak ons in dit geval de tijd), afspraken maken over stijl, heel veel mailen over terminologie en een aantal keer een dagje bij elkaar gaan zitten.

Veel overleg, veel onderzoek, maar de beloning was een boeiend inkijkje in de wereld van Humboldt, enkele van zijn tijdgenoten en de mensen op wie hij grote invloed heeft gehad, waardoor ook wij er nu van overtuigd zijn dat Alexander von Humboldt het meer dan waard is om herontdekt te worden.

Mariella Duindam vertaalde werk van onder meer Linda Spalding, Ann Weisgarber, Garry Kasparov, Kristen Harnisch, Luke Harding, Naman Ahuja.
Fennie Steenhuis vertaalt uit het Spaans en Engels. Zij vertaalde diverse boeken over schilderkunst en architectuur. Daarnaast vertaalde zij werk van onder meer Manda Scott, Portia Iversen, Judith Lennox, Juanita Castro en Garry Kasparov.

pro-mbooks1 : athenaeum