De eerste zin(nen) van José Eduardo Agualusa’s Een algemene theorie van het vergeten, vertaald door Harrie Lemmens

23 februari 2016
| | | |

José Eduardo Agualusa werd op 13 december 1960 geboren in het Angolese Huambo, dat destijds – toen Angola nog een Portugese kolonie was - Nova Lisboa heette. In 1975 vluchtte hij met zijn ouders voor het oorlogsgeweld naar Portugal, waar hij sindsdien woont en werkt. Eerder verschenen van hem vier boeken in Nederlandse vertaling bij Meulenhoff: Een steen onder water, De handelaar in verledens, De vrouwen van mijn vader en Het labyrint van Luanda. Een algemene theorie van het vergeten is het eerste boek van hem dat bij uitgeverij Koppernik verschijnt. We vroegen Harrie Lemmens zijn vertaling toe te lichten.

Ludovica Fernandes Mano faleceu em Luanda, na clínica Sagrada Esperança, às primeiras horas do dia 5 de Outubro de 2010. Contava oitenta e cinco anos. Sabalu Estevão Capitango ofereceu‑me cópias de dez cadernos nos quais Ludo foi escrevendo o seu diário, durante os primeiros anos, dos vinte e oito em que se manteve enclausurada. Tive igualmente acesso aos diários posteriores ao seu resgate e ainda a uma vasta coleção de fotografias da autoria do artista plástico Sacramento Neto (Sakro), sobre os textos e desenhos a carvão de Ludo nas paredes do apartamento. Os diários, poemas e reflexões de Ludo ajudaram‑me a reconstruir o drama que viveu. Ajudaram‑me, creio, a compreendê‑la. Nas páginas que se seguem aproveito muitos dos testemunhos dela. O que vão ler, contudo, e ficção. Pura ficção.

Ludovica Fernandes Mano overleed in de vroege nacht van 4 op 5 oktober 2010 in de kliniek Sagrada Esperança te Luanda. Ze was vijfentachtig. Sabalu Estevão Capitan­go heeft me kopieën gegeven van tien schriften waarin Ludo een dagboek had bijgehouden tijdens de eerste jaren van de in totaal achtentwintig die ze ingemuurd had ge­zeten. Ik heb eveneens toegang gehad tot de dagboeken uit de tijd na haar bevrijding, plus een uitgebreide verza­meling foto’s van beeldend kunstenaar Sacramento Neto (Sakro) waarop de teksten en tekeningen te zien zijn die Ludo met houtskool had aangebracht op de muren van haar appartement. Haar dagboeken, gedichten en over­peinzingen hebben me geholpen het drama dat ze heeft beleefd te reconstrueren. Ze hebben me geloof ik gehol­pen haar te begrijpen. In de bladzijden die hier volgen heb ik dankbaar gebruikgemaakt van haar getuigenissen. Desondanks is wat u zult lezen fictie. Pure fictie.

Pure fictie?

Het is een beproefde methode: een auteur krijgt materiaal in handen over een bijzondere persoon of gebeurtenis en publiceert het. Meestal gaat het om brieven of dagboeken die verloren zijn gegaan of lang geheim werden gehouden. Alles wat de schrijver dan doet is de boel drukken en uitgeven. Zogenaamd. Met een opmerking vooraf waarin hij uitlegt hoe hij eraan is gekomen. Batavus Droogstoppel, ‘makelaar in koffie, Lauriergracht 37’,  deed het al met het pak van Sjaalman, João Ubaldo Ribeiro volgde hem een eeuw later met zijn scabreuze roman Het huis van de gelukkige Boeddhas’s.

Of bij het opruimen van de zolder wordt een bundeltje brieven van moeder of oma gevonden, meestal liefdesbrieven, waardoor de schrijver, meestal schrijfster, het even ontroerende als waargebeurde verhaal van vorige generaties in de vorm van een eigen verhaal op papier zet.

Bij Agualusa weet je het nooit: hij speelt in al zijn boeken met waarheid en fictie, zo ook hier. Wie was de Portugese vrouw Ludovica, of afgekort Ludo? Welke rol speelden de andere namen in haar leven? Waarom had ze zich opgesloten? Angst voor de nieuwe machthebbers in Angola, na de onafhankelijkheidsverklaring van 11 november 1975? Angst voor de burgeroorlog die daarna uitbreekt? Wat is hier waargebeurd? Een heleboel dingen worden aangekondigd in deze opmerking vooraf. Wat waar is en wat niet wordt na het lezen van het boek duidelijk. Of misschien ook niet…

Eén ding is wel zeker: Een algemene theorie van het vergeten geeft een indringend beeld van een lange periode vol geweld van een geteisterd land en maakt haast terloops duidelijk hoe belangrijk het is om juist niet te vergeten.

Terloops

Juist vanwege dat terloopse moet je bij Agualusa als vertaler altijd op je hoede zijn. Een voorbeeld. O luto continua, staat ergens op een muur gekalkt. Degene die het leest, een Portugese ex-huurling die met Zuid-Afrikaanse troepen heeft meegevochten tegen het Angolese regeringsleger is net geëxecuteerd, maar als door een wonder overleeft hij de kogelregen. ‘De rouw gaat door’ betekent het, maar het is waarschijnlijker dat er heeft gestaan A luta continua, ‘de strijd gaat door’, een uit Mozambique overgewaaide bevrijdingsleus. Dat lees je in eerste instantie ook, maar dan  ineens blijft je blik haken achter de kleine verandering, die geen verschrijving maar een oordeel en veroordeling is.

Je kunt dat allemaal uitleggen in een voetnoot, maar dat is saai en breekt het ritme, of gewoon vertalen wat er staat, maar dan verlies je de connotatie en haal je de kracht eruit. Ik heb het opgelost door gebruik te maken van het feit dat de man halfdood is en hoogstwaarschijnlijk niet al te helder meer ziet: ‘Op de muur vol bloedvlekken en kogelgaten las hij, geschreven met rode verf, niet a luta maar o luto continua, niet de strijd gaat door, maar de rouw.’ In het Portugees luidt de zin: Reparou numa inscrição, a tinta vermelha, no muro manchado de sangue, picado de balas: O luto continua.

Harrie Lemmens studeerde Nederlands in Nijmegen. Hij woonde en werkte achtereenvolgens in Oost-Berlijn, Lissabon, Nijmegen, Brussel en Almere en vertaalde proza en poëzie uit het Duits, Engels, Spaans en vooral Portugees, onder andere van Pessoa, Saramago, Lobo Antunes en João Ubaldo Ribeiro. Eerder lichtte hij zijn vertaling van Michel Laubs Overal en altijd weer en Daniel Galera's Met bloed doordrenkte baard voor ons toe. In 2006 kreeg hij de vertaalprijs van het Nederlandse Fonds voor de Letteren. In 2014 verscheen zijn boek God is een Braziliaan, dat vorig jaar ook is uitgekomen in het Portugees. 

pro-mbooks1 : athenaeum