7up

01 juni 2016
|

Athenaeum viert in 2016 het vijftigjarig jubileum, met feest en korting én iedere maand een bijdrage over boekhandels in het algemeen en Athenaeum in het bijzonder. Na Maarten Asscher, Niña Weijers, Joubert Pignon, Roel Bentz van den Berg, Louise O. Fresco, stelt nu Marja Pruis zich een documentaire voor, Athenaeum elke zeven jaar, beginnend met een meisje in een rode jurk.

In mijn roman Zachte riten zit een liefdesverklaring aan het adres van Athenaeum Boekhandel verborgen, en aan de mensen die er werken. Ik zal de precieze vindplaats niet verklappen, want zoals dat nu eenmaal het geval is met liefdesverklaringen, ze komen pas goed aan als je ze niet verwacht. Misschien zou iemand nog eens nader onderzoek moeten doen naar de gedaantes die Athenaeum aanneemt in de moderne Nederlandse literatuur. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat deze boekhandel uitgegroeid blijkt te zijn tot een topos, het archetypische boekenpaleis waar het goed schuilen is, waar je nog eens iemand tegen komt en, natuurlijk, waar je nog eens iets vindt.

Op het terras van café Luxembourg – waarom je alleen al om die reden uren wil zitten – kun je de bedrijvigheid rondom de boekhandel goed gadeslaan. Ik zou willen dat iemand dertig jaar geleden op het idee was gekomen om een 7up-achtige documentaire te maken vanuit dat perspectief, gewoon de camera gericht op de mensen die er komen, staan te dralen voor de etalage, een boek lezen op een van de bankjes voor de boekhandel.

Niemand hoeft iets te zeggen of te becommentariëren, er mag een mooi melancholiek muziekje onder gezet worden, een beetje jazzy (ik weet niet waarom ik dat zeg, ik hou helemaal niet van jazz, maar als ik hieraan denk hoor ik opeens de weemoedige klanken van een saxofonist, het gepluk op een gitaar), en wat de grap is: je gaat nooit die boekhandel echt binnen. De schat blijft verborgen, wat misschien een afgekloven metafoor lijkt, maar wat ik toch het best bij Athenaeum vind passen. Er blijkt altijd meer van alles te zijn dan je denkt.

Het is nooit mogelijk de boekhandel binnen te overzien, je verdwaalt er makkelijk en je bent er ook zomaar weer iemand kwijt – wat soms handig kan zijn –, achter of boven een ruimte blijkt zich altijd nóg een ruimte te bevinden, ook de medewerkers komen oppoppen vanuit het niets. Opeens staan ze daar achter die kassa, ze zien eruit alsof ze in een toneelstuk spelen, niet intimiderend maar wel aanwezig.

Dus ja, die camera hangt ervoor, het raadsel blijft intact, en ondertussen vlieden de jaren en de seizoenen heen, je ziet de stad en zijn bewoners veranderen. Niets om droevig van te worden, maar misschien toch een beetje. De constante is de boekhandel en diens klandizie. Iedere zeven jaar opnieuw, ik weet het, het is een verlangen om mezelf daar voor het eerst naar binnen te zien gaan, in een rode jurk en op rode laarzen. Op mijn netvlies staat die zonnige middag, ik studeerde nog maar net, en ik weet het nog van die jurk en die laarzen omdat op hetzelfde moment een meisje naar buiten kwam in een groene jurk, en op groene pumps, en de dienstdoende boekverkoper er een opmerking over maakte. Het was een beetje Het 'Alpejagerslied' van Paul van Ostaijen, met de rechtse en de linkse, de klimmende en de dalende, alleen waren wij meisjes en geen heren, en hadden we geen hoed om voor elkaar af te nemen. Dat deed de verkoper van Athenaeum voor ons.  

7up

Delen op

€ 4,49
pro-mbooks1 : athenaeum