Leesfragment: Cinderella

27 november 2015 , door Michael Bijnens
| |

Wij richten in samenwerking met Recensieweb de schijnwerpers op de drie Nederlandse prozadebuten van oktober, voorzien van uitgebreide fragmenten. Lees op onze website de voorpublicaties uit de boeken van Michael Bijnens en Thijs Feuth.

Deze maand verscheen Michael Bijnens spraakmakende romandebuut, Cinderella. Wij brengen een fragment. ‘Nee, niks te laten. Ik heb dat allemaal zelf besloten op dat moment. Dat was mijn keuze en niet van die klant. Maar mijn kop, Michael, ik weet dikwijls niet wat daarin gebeurt, maar in die paar seconden was het alsof daar een tv was ontploft. Ik zag honderden series en foto’s en films en dia’s voorbijkomen. Mijn moeder en hoe zij altijd moest lachen met ons gebleit, mijn vader in zijn eeuwige zetel voor de tv, uw vader met een plas kots in zijn schoot, en wat mij nog het meest achtervolgde waren gij en uw broer. Jullie gezichten waren rood, ik dacht eerst van schaamte, maar toen besefte ik dat jullie gloeiden van geluk.’

De zoon van een hoer opent een bordeel en wordt de pooier van zijn moeder. Welkom in de Cinderella, een familiebedrijf waarin hoeren heilig zijn en criminelen hun pik en pistool niet uit elkaar kunnen houden. In die wereld probeert een zoon zijn moeder te redden van het onherstelbare trauma van haar bestaan. Een poging waarbij hij niet alleen haar, maar ook zichzelf dreigt te verliezen.

Michael Bijnens (1990) groeide op als zoon van een Antwerpse prostituee. Hij studeerde af aan de Brusselse theaterschool en maakte vervolgens razendsnel naam als toneelauteur. Met Cinderella debuteert Bijnens als romanschrijver.

 

Karl Tremens

‘Wanneer dat dat allemaal is begonnen? In den tijd dat ik nog getraumatiseerd was en mijn leven nog niet opnieuw was begonnen zeker. Hoe oud waart gij, Michael? Ik weet in ieder geval nog dat ik die avond kaarten voor mijn eigen gelegd heb die nooit nog terug zijn gekomen. Daar zat een engel tussen met vleugels vol wonden. Mijn leven zou zich achterstevoren draaien en ik zou eindelijk meer krijgen dan ik tot nu toe had gegeven.’
Op het televisietoestel in dat appartement op de Bisschoppenhoflaan speelde ondertussen een documentaire over een Amerikaanse autistische jongen die alle namen, data en forensische details met betrekking tot iedere in zijn land gepleegde misdaad vanbuiten geleerd had en vervolgens bijzondere behandelingen behoefde omdat hij nachtmerries kreeg.
‘Gij zijt nog altijd getraumatiseerd, moeder. Begin gewoon bij die Lola en Linda. Die sleuren u mee naar wat een bordeel blijkt te zijn. Wat gebeurde er? Wat dacht gij? Wat hebt gij tegen die mensen gezegd?’
‘Awel, ik dacht eerst dat die dokwerker waar zij toen nog mee ging hier woonde, maar daar bleek niks van aan, want die zat allang op een ander en was ondertussen al met Linda haar wasmachine en alles gaan lopen. En wist ik veel dat die als hoeren gekleed gingen, wij gingen allemaal in van die jurkjes op schok. Ik ben een schoon vrouw en ik mag laten zien wat ik in huis heb. Kijken mocht, maar aankomen niet. Het was pas met die eerste klant, een of andere bakker, die zijn poten hingen nog vol bloem of wat was het, awel het was pas dankzij hem dat ik het wist. Die dronk niks, die zei niks, die wilde ook niks en twintig minuten later stond Lola hier met tweehonderd euro te zwaaien. Dat is twee keer poepen en gij hebt uw huur al bijeen.’
‘Two hundred?’ vroeg Evangeline in zichzelf. Het was vijftig euro meer dan de prijs die zij daarstraks had vernoemd.
‘En die bel ging nog eens en nog eens en ik dacht van afijn, dat zijn nu al vijf jaar mijn beste vriendinnen en ik heb nooit niet geweten waar zij hun centen vandaan haalden. Gij hebt dat toch ook gezien, Michael, bij Linda thuis, die haar appartementje was toch dik in orde, achteraf beschouwd, die had daar zo’n Amerikaanse keuken en alles. En toen wist ik het, ik moest inderdaad mijn leven achterstevoren gaan draaien. Ik moest de dingen gewoon nemen gelijk als ze kwamen.’
‘Gij moest u laten nemen, dat bedoelt gij?’
‘Nee, niks te laten. Ik heb dat allemaal zelf besloten op dat moment. Dat was mijn keuze en niet van die klant. Maar mijn kop, Michael, ik weet dikwijls niet wat daarin gebeurt, maar in die paar seconden was het alsof daar een tv was ontploft. Ik zag honderden series en foto’s en films en dia’s voorbijkomen. Mijn moeder en hoe zij altijd moest lachen met ons gebleit, mijn vader in zijn eeuwige zetel voor de tv, uw vader met een plas kots in zijn schoot, en wat mij nog het meest achtervolgde waren gij en uw broer. Jullie gezichten waren rood, ik dacht eerst van schaamte, maar toen besefte ik dat jullie gloeiden van geluk.’
‘Dus gij hebt het voor uw kinderen gedaan?’
‘Voor jullie. Om jullie eten te kunnen geven. En om jullie een betere toekomst te gunnen. Dat is toch wat elke moeder zou doen. En weet gij nog, Michael, die waarzegster die ik een keer had leren kennen in het café van onze familie en die daarna bij ons thuis heeft gezeten, omdat zij bang was voor iets dat zij zelf had voorspeld, weet gij dat nog? Een glazen bol had die niet, maar zij was er wel zeker van dat het pad van mijn leven zou eindigen voor de deuren van een witte bungalow ergens op den buiten, een witte bungalow met paardenstallen, een kennel honden, en zelfs een zwarte Mercedes kon die daar zien. En weet gij nog, Michael, hoe zij zich daarover verbaasde dat zij het gezicht van de vent in dat huis nooit kon zien, maar wel wist dat hij er was. Alsof zij in de ogen van een spook had gekeken. De man die zij in haar visioen had gezien was helemaal geen man. Het waren honderden mannen.’
Mijn moeder stak een sigaret op en nam haar tijd om te roken.
‘Karl Tremens,’ zei zij vervolgens, ‘zo noemde die zot zijn eigen. Of hij een verse bloem wilde plukken, hoorde ik Linda hem vragen. En toen hij daar niks op zei, dacht ik eerst dat het een psychopaat of zoiets was. Wist ik veel dat die daar stond te bibberen op zijn benen van de schrik en de stress. Ik lag ondertussen al naakt op dat bed in die kamer hiernaast. Dat was daar al licht en de zon deed zeer in mijn ogen, want ik had mijn lenzen al drie dagen in.’
Iris Vandamme geleidde ons tijdens dat deel van haar verhaal naar de grootste van de twee slaapkamers. Wanneer mijn aandacht even verslapte door de overvloed aan details zocht mijn moeder met haar ogen weer naar contact. De verlegenheid die zij daarstraks had geuit, was nu volstrekt onbestaande.
‘U bent een prachtige vrouw, zei die mens, nadat hij vijf minuten op dat bed had gezeten en ik hem drie keer gevraagd had waar ik hem precies mee kon helpen. Weet gij wat die kloot dan heeft gedaan? Mij heel zijn levensverhaal verteld. Dat hij ons adres in zo’n flirtblaadje had gevonden, nadat zijn dochter gezegd had dat hij actief naar de liefde op zoek moest. Dat hij bij een incassobureau werkte waar niemand hem voor de personeelsfeestjes vroeg. Dat hij het fijn vond als een vrouw zijn jas aan de kapstok hing en dat Lola en Linda dat de volgende keer misschien voor hem zouden doen. Hij had zo’n toupetje op zijn kop dat hij de godganse tijd terug moest fatsoeneren omdat hij maar bleef bibberen en beven tijdens heel dat gesprek. Volgens mij had die een oog op zijn dochter en had dat kind hem daarom onze kant op gestuurd.’
‘Jesus, did you fuck the guy or not?’ vroeg Evangeline.
Mijn moeder en ik waren ondertussen op het bed gaan zitten.
Ik keek haar weer aan.
‘En die bleef dat herhalen: u bent een prachtige vrouw, u bent werkelijk een prachtige vrouw. Zou ik u mogen aanraken? Alsof hij de hoer was en niet ik. Gelooft u mij, ik heb voor mijzelf geen enkele behoefte, zei die dan. Ik dacht in mijn eigen, laat hem maar doen, dat hij mij aanraakt zoveel als hij wilt. Ik sloot ondertussen mijn ogen en probeerde op een of andere manier wat vocht tussen mijn benen te krijgen, want echt opgewonden werd ik ook niet van dat gebibber en dat toupetje dat constant verschoof. Ik wilde het maar slechts riskeren dat hij zijn spel daar niet tussen zou krijgen.’
‘So he did not fuck you?’
Mijn moeder keek haar aan en gebaarde van niet.
‘U ruikt heerlijk, dat begon hij dan ook nog te zeggen. En voor ik het wist, verzonk hij met zijn kop en al in mijn schoot en ik had mij daar natuurlijk niet gewassen of niks, want wist ik veel dat daar die avond iemand aan zou liggen snuffelen. En het was een kleine vetzak, want hij bleef maar ruiken en doen. En aan mijn schaamhaar, want dat had ik toen nog, zat hij ook minutenlang te knibbelen en te knabbelen gelijk een konijn.’
‘Klinkt niet alsof die mens u die nacht heeft mishandeld,’ zei ik. Het was niet de eerste keer dat mijn moeder gedetailleerd over het al dan niet professionele deel van haar seksleven vertelde. De enige keer dat ik mij echt bodemloos diep heb geschaamd was toen zij op een van mijn schoolfeestjes vlak bij het groepje vriendinnen met wie ik die avond stond te praten met een pak condooms stond te zwaaien en ons vertelde dat veilig ook lekker kon zijn. Verhalen over oude fibrillerende venten waren daarmee vergeleken veel makkelijker te verteren.
‘En toen?’ vroeg Evangeline.
‘Die haren, die slikte dat gewoon in. Maar dan begon die ook, ja, gij weet wel wat ik bedoel, daar zo wat tussenin en daarrond. Hij deed zijn best, die vent, maar echt goed kende hij de weg nu ook weer niet. Dus wat deed ik? Ik dacht: hij heeft toch de bibber, die flikker, dus ik kan daar maar beter van profiteren. Dus ik pak die bij zijn toupetje en vervolgens bij zijn oren en ik duw en ik trek tot ik die mens bij het puntje heb waar hij moet zijn.’
‘Uw klit,’ zei ik.
‘Ja, daar, dat bedoel ik. En amai, Michael, Evangeline, ik wist niet wat ik meemaakte. Dat was niet alleen van de schrik dat die bibberde die mens. Die moet die hele bekende ziekte gehad hebben, afijn, hoe noemt dat nu ook alweer? Alzheimer, robinson...’
‘Parkinson.’
‘Awel ja, die mens had parkinson. Die trilde niet alleen, die vibreerde ook nog eens gelijk zo’n spel uit een seksshop. Dat was om op te stijgen gewoon, mijn lijf werd binnenstebuiten gekeerd, het scheelde niet veel of ik brak die zijn rug dankzij de schokken die ik toen heb gemaakt. Ik weet in ieder geval nog dat zijn schouders openlagen van de nagels die ik daarin heb gezet. Dat moet de eerste keer in mijn leven geweest zijn dat ik klaar ben gekomen zonder dat ik daar met mijn eigen fikken heb moeten aan zitten. Ik heb die matras bijkans in stukken gescheurd. Toen dat gedaan was, begon dat gewoon weer opnieuw. Dat ging weg en toen kwam dat terug, telkens opnieuw en opnieuw.’
Evangeline en ik keken elkaar zwijgend aan.
Ik wilde roken, maar vond geen sigaret.
‘Van puur enthousiasme ben ik dan nog in mijn blote tetten uit die kamer gerend. Met zo’n laken nog juist rond mijn middel gedraaid. Godverdomme, riep ik, godverdomme Lola en Linda, dit is het, en dit zal het zijn, heb ik daar al die tijd op zitten wachten? Bij een normale vent doet gij de was en de plas, hebt gij zijn ex-vrouw constant op uw dak en is een wasknijper de enige redding voor de schimmel en de stank op zijn poten. Deze doet u klaarkomen gelijk zo’n machientje van rubber en hij betaalt tenminste een eerlijke prijs.’
‘That’s exactly how it is,’ zei Evangeline toen, ‘we women, we own the secret to life and we are going to make them pay for it all. A fair and reasonable price.’
Het verbaasde mij weinig dat Evangeline op dat vlak precies hetzelfde dacht als mijn moeder. Een van de vele redenen dat zij in mijn ogen na tal van omzwervingen en omhalen een hoer was geworden zat hem inderdaad in de prijs die zij op zichzelf had gespeld en die beduidend hoger was dan de schaal waarin de maatschappij haar had getaxeerd. Mijn moeder ging ervan uit dat wanneer zij relaties aanging met mensen zij daar behoorlijk voor moest worden vergoed. Na vijfendertig jaar had dit universum een schuld opgebouwd ten opzichte van haar bestaan en het zou nog lang duren voor de balans weer volledig hersteld was. Het heelal had haar nog lang niet terugbetaald voor het lijden dat zij in haar leven had ondergaan.
De rest van die nacht dronken wij cava en whisky en begon zij voor de honderdste keer in haar leven het verhaal te vertellen van hoe mijn vader een van de mannen was die haar leven verwoest had. ‘De eerste die mij niet kon betalen, dat was uw vader,’ schreeuwde zij in de van nicotine, bloed en sperma doortrokken lucht van die ruimte.

 

© 2015 Michael Bijnens

Uitgeverij Atlas Contact

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum