Leesfragment: Brief over Wieslaw Mysliwski

05 november 2009 , door Karol Lesman
|

De beheerder van een terrein met vakantiehuisjes ontvangt een onverwachte bezoeker, die bonen bij hem koopt. Terwijl ze die samen doppen, vertelt hij hem het verhaal van zijn leven. De onbezorgde kindertijd op het Poolse platteland, ruw beëindigd door de Tweede Wereldoorlog, zijn opleiding tot elektricien, zijn jaren in West-Europa als saxofonist, zijn werk ten slotte als huisjesbeheerder op de plek waar vroeger zijn dorp stond en waar zijn familie vermoord werd. Met grote droef heid én met veel humor vertelt hij over het lot en het toeval. Over het doppen van bonen is een imposant episch panorama, dat tegelijk de geschiedenis is van de gewone mensen in de twintigste eeuw. Het is vanaf vrijdag 6 november te krijgen, en nu al te reserveren.

Deze laatste vertaling van zijn hand beveelt Karol Lesman u warm aan. Hieronder zijn brief de eerste pagina van Over het doppen van bonen.

 

Geachte lezer,

U vraagt hoe het toch komt dat als Wieslaw Mysliwski zo’n goede schrijver is (en dat is hij!), er in Nederland nog helemaal niets van hem is vertaald. Misschien komt dat doordat hij, behalve toneelstukken en filmscenario’s, alleen hele dikke romans schrijft die ook nog eens stevig geworteld zijn in het leven en de cultuur van het Poolse platteland. Daarbij moet onmiddellijk worden opgemerkt dat Mysliwski geen schrijver is van louter natuurbeschrijvingen en zeker geen ‘folklore’ bedrijft of iets wat daar op lijkt. Elk detail, elk onderwerp of probleem in zijn werk heeft bij hem altijd een bredere, universele betekenis.

Sinds ik in 2006 de eerste pagina’s van het Poolse Over het doppen van bonen las, roep ik tegen iedereen die het wil horen dat ik alleen nog maar deze roman wil vertalen. En dan krijgt Mysliwski voor deze prachtige roman de grootste Poolse literaire onderscheiding, de Nike. Dat hij die prijs kreeg is terecht en was eerlijk gezegd verwacht, zij het in zekere zin ook opmerkelijk, omdat hij hem voor zijn eerdere roman, Horizon (1996), ook al had gekregen. Maar als hij zo’n goede schrijver is, waarom hem die prijs niet nog eens gegeven?! Ik denk dat velen het met mij eens zullen zijn dat van de levende Poolse prozaschrijvers hij momenteel de grootste is.

Mysliwski neemt in alle opzichten de tijd. Ook in zijn manier van vertellen. En dat vertellen is zijn kracht, net zo goed als de rust waarmee hij vertelt. En er schuilt in zijn werk nóg een kracht: het nauwelijks merkbare en dus nergens storende ontbreken van eenheid van plaats, tijd en handeling. Dat geeft in mijn ogen Over het doppen van bonen een nog grotere universele waarde.

De tijd en de rust die Mysliwski neemt om zulke schitterende boeken te schrijven heb ook ik gebruikt om dit sprankelende, ontroerende en op onverwachte momenten humoristische proza op waardige wijze in het Nederlands te vertalen.

Met vriendelijke groeten,

Karol Lesman

Over het doppen van bonen
1

U komt bonen kopen? Bij mij? U kunt toch zo in elke winkel bonen krijgen. Maar komt u vooral binnen. U bent toch niet bang voor honden? Weest u maar niet bang voor ze. Ze hoeven alleen maar even aan u te ruiken. Als iemand voor het eerst komt, moeten ze gewoon even aan hem ruiken. Dat zou ik niet weten. Dat hebben ze niet van mij. Dat doen ze uit zichzelf. Een hond is even ondoorgrondelijk als een mens. Hebt u een hond? Zou u moeten doen. Van een hond kun je veel leren. Zitten, Reks, zitten, Laps. Zo is het genoeg.

Maar vertelt u eens, hoe bent u hier terechtgekomen? Zo gemakkelijk is het niet om mij te vinden. Vooral nu niet, na het seizoen. Er is niet eens iemand om naar mij te vragen. U hebt het zelf kunnen zien, in die huisjes is absoluut niemand meer. Ze zijn allang weer vertrokken. Maar weinig mensen weten dat ik hier woon. En u komt voor bonen. Zeker, ik heb wat bonen staan, maar net genoeg voor mijzelf, en veel heb ik er niet van nodig. Als van zoveel dingen. Van worteltjes, bietjes, uien, knoflook, peterselie, net genoeg voor mij alleen. En als ik heel eerlijk ben, ik houd niet eens van bonen. Zeker, ik eet ze wel, want ik eet vrijwel alles. Maar ik ben er niet dol op. Soms maak ik bonensoep of Bretonse bonen, niet vaak, maar een doodenkele keer. En honden eten geen bonen.

Vroeger ja, toen werden hier veel bonen geplant. Want ik weet niet of u het weet, maar ooit waren bonen vleesvervangers. En bij al het werk dat de mensen hier deden, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, dan heeft de mens behoefte aan dat stukje vlees. Om nog maar te zwijgen van de kooplieden die hier vaak naartoe kwamen om bonen te kopen. Niet alleen bonen, maar het meeste kochten ze toch bonen. Ja, in de oorlog, toen dit nog platteland was. In de steden stierven de mensen van de honger, zoals u weet. Bijna elke dag kwamen ze met paard-en-wagen naar het station om hen op te halen. Het station is een paar kilometer hiervandaan. Later werden ze weer met hun handel weggebracht. Zo ongeveer nu, in de late herfst, kwamen ze hier het vaakst. In elk geval kwamen ze het vaakst rond deze tijd, als alles al van het veld was gehaald. Alles wat ze tot hun komst hadden weten te doppen werd tot de laatste boon meegenomen. Soms waren de bonen nog niet voldoende droog, of ze werden al overal gedopt, om maar op tijd te zijn. Met hele gezinnen werd er gedopt. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Als je rond middernacht naar buiten ging zag je hier en daar achter de ramen nog licht branden. Vooral als de bonen het uitstekend deden. Want met bonen is het als met alles, soms doen ze het uitstekend en soms niet. Voor bonen moet het een goed jaar zijn. Bonen houden niet van te veel zon. Met te veel zon krijgen ze te weinig regen. En dan verbranden ze. Te veel regen is ook niet goed, dan gaan ze al rotten voor ze opkomen. Hoe het ook zij, zelfs als het een goed jaar is, kan het nog gebeuren dat elke tweede peul leeg is of de bonen roestig zijn. Niemand weet hoe dat komt. Je zou zeggen, het zijn maar bonen, maar ze kennen hun geheimen.

[...]

Copyright © by Wieslaw Mysliwski, 2006
This translation is published by arrangement with Spoleczny Instytut
Wydawniczy znak, Kraków (Poland)
Oorspronkelijke titel Traktat o luskaniu fasoli
Copyright vertaling © 2009 Karol Lesman/Em. Querido’s Uitgeverij bv,

Uitgeverij Querido

pro-mbooks1 : athenaeum