Leesfragment: Moederland

01 maart 2024 , door Milouska Meulens
|

6 maart verschijnt Milouska Meulens’ romandebuut Moederland, en zaterdag 23 maart komt ze naar Athenaeum Boekhandel Zuidoost. Wij publiceren voor. Lees bij ons een fragment en reserveer dat boek!

In prachtige, wervelende taal brengt Milouska Meulens verschillende culturen en tijden, Nederland en Curaçao, tot leven en legt ze trefzeker maar subtiel steeds de vinger op de zere plek.

Wanneer op Hemelvaartsdag 2017 haar vader overlijdt, belandt Milouska Meulens in een depressie. De daaropvolgende jaren strandt haar tweede huwelijk en raakt ze haar baan kwijt. Als ook nog de pandemie toeslaat, besluit ze haar kinderen bij hun vader te laten en naar haar moeder te gaan. Ze kan niet meer.

Bij haar moeder mag ze schuilen, zonder schaamte voor het Grote Falen. Haar moeder, die een onbarmhartig verleden meetorst. Haar moeder, van wie ze leerde om zich groot te houden. ‘Laat ze nooit je pijn zien, Uka,’ zei ze altijd, ‘dan kunnen ze niet van je winnen.’ Haar moeder, die gebleven was toen haar vader het gezin in de steek liet en terugging naar Curaçao. Haar moeder, die voor het eerst echt in staat is om voor haar kind te zorgen.

Moederland is de zoektocht van een vrouw die alles kwijt is en die in de donkerste periode van haar leven wil weten wie ze echt is en waar ze thuis is: vaderland of moederland? Die vragen kan Meulens alleen beantwoorden als ze weet waar ze vandaan komt, waar haar moeder en vader vandaan komen, als ze stopt met vluchten, eindelijk de façade afbreekt en de schaamte trotseert. Met de antwoorden die ze vindt, begint het herstel.

 

Anamnese

Philo dacht bij zichzelf: Wie ben ik nu? Waar hoor ik bij? Hoe kom ik op Curaçao? Ze had er behoefte aan om deze vragen en gevoelens goed uit te zoeken, om zichzelf beter te kunnen begrijpen.
Uit Faya Lobi: 200 jaar vurige liefde in de diaspora van Ange Jessurun

Ik ben Milouska Meulens, geboren op een zondag in juni, een dag zo zonnig als alle dagen van de week op Curaçao, het eiland waar mijn navelstreng ligt. Op een paar dagen na kwam ik een eeuw na de werkelijke afschaffing van de slavernij ter wereld, geboren uit een moeder die trots is op het Hollandse bloed dat ze aan mij en mijn broers en zus doorgaf en uit een vader die trots was op onze tred, op onze gelaatstrekken, die zo onmiskenbaar van onze West-Afrikaanse voorouders komen. Liever zou ik specifieker zijn en spreken van mijn Ghanese, Liberiaanse of Beninse betovergrootouders, oudouders. Maar de Nederlandse overheerser hield pas tegen het einde van de onderdrukking een register bij van de mensen met wie zijn inventaris werd uitgebreid en gaf pas nog later achternamen. Europees, niet Afrikaans klinkende namen. Daardoor zal ik nooit mijn precieze afkomst kennen, hoeveel excuses er ook worden aangeboden, hoeveel vergiffenis er ook zal worden gevraagd.
Curaçao was een doorvoerhaven en een handelscentrum voor mensen die als goederen werden aangeduid, maar die ook iemands kind, tante, broer waren. Het is onmogelijk om tot in detail na te gaan wie waarvandaan van welke boot kwam en waarheen werd doorgevoerd. Mijn voorouders stonden misschien op de Handelskade in Punda, werden aangeprezen door de veilingmeester, tot een van mijn andere voorouders ze kocht. Misschien kwamen ze, zoals de moeder van de moeder van mijn moeder, van een naburig eiland of werden ze in gevangenschap geboren, verwekt in de door toeristen veelbezochte huisjes, foklocaties eigenlijk, waarin je met niet meer dan twee personen past, waarin je niet rechtop kunt staan. Vanaf hun eerste ademteug werden ze al gezien als bezit.
De dna-test die ik deed, gaf geen uitsluitsel. Behalve in gebieden in West-Afrika zijn mogelijk ook in Europa en Azië scherven van mijn oorsprong te vinden, draag ik ook splinters van de Cariben of de Arowakken in mij.
Ik kan alleen van de Europeanen in mijn stamboom tot vele generaties terug de afkomst achterhalen. Zij kregen een naam en een toenaam, overgedragen van grootvader op kleinzoon op achterkleinkind, werden op die manier voornaam, bevestigd in hun mens-zijn, bekrachtigd in hun onderlinge connectie. Beveiligd door hun naam mochten zij er zijn. Zij hoorden bij elkaar, werden niet van hot naar her verscheept, uitgeruild en verhandeld. Op hun graven staan geboortejaren gebeiteld in steen, sterfdata, hun plek in het stamboek. Geliefde oma, liefdevolle moeder, liefhebbende dochter. Mijn Zwarte voorouders kregen geen rustplaats in gewijde grond, geen grafsteen, geen woorden van liefde. Aan die kant van mijn familie maken de vele vraagtekens in de bloedlijn mijn stamboom wankel. Ik vertel mezelf dat mijn onderbewuste daarom naar witte mannen trekt. Van hen kan ik moeiteloos uitzoeken wie hun vader is, wie hun moeder, wie hún ouders waren, wie daar weer voor kwamen en wie daarvoor.
Daarentegen kan elke slanke Zwarte man wiens aderen zichtbaar over de spieren kronkelen, met een gouden glans op de donkerbruine huid, met rechte schouders en opgeheven hoofd, een afstammeling zijn van een broeder van een andere moeder, hoe ver ook stroomopwaarts in de familiegeschiedenis. En elke Zwarte vrouw met een elegante nek, breed gezicht, een huid die niet oud te krijgen is en lange armen, vingers en benen kan een betovergrootmoeder of -vader delen met mij, mijn broers en mijn zus. Ze kwamen van dezelfde boot, uit hetzelfde gebied. Alleen bij de witte mens heb ik absolute zekerheid van uitteelt en genetische diversiteit.
Het sterkste nageslacht krijg je met genen die ver van elkaar staan. En het verst uit elkaar in de hiërarchie die de Europeaan opstelde, staan Zwart, helemaal onderaan, en wit, helemaal bovenaan. Het verhaal gaat dat ook het bloed van de Caquetío door mijn aderen vloeit. Het bewijs daarvoor zou ik graag vinden. Maar die informatie is van mond tot mond overgedragen, werd daarom onbetrouwbaar, als een zin die tijdens het fluisterspel wordt doorgegeven en al dan niet expres onherkenbaar vervormd aankomt bij de laatste in de kring. De vader van mijn kinderen wijst op de ontbrekende vouw in de oogleden van onze zoon en op de amandelvorm die de ogen van onze dochter hebben. Voor hem is het evident dat hun oudouders West-Afrikanen en ook de oorspronkelijke bewoners van Amerika zijn, de zogenaamd ontdekte volkeren. Ik weet alleen dat onze kinderen bestaan ondanks – niet dankzij – het geweld in ons dna, de botsing tussen continenten, het residu van agressie, de sporen van trauma, versteend leed dat menseigen lijkt te zijn.
Inmiddels voel ik ook trots op wie ik geworden ben, vanwege en in weerwil van nu, toen en dáárvoor. Bitter noch bruut ben ik wat je krijgt na honderden jaren van roof, mensenhandel en kolonialisme, het vleesgeworden product van onderdrukking en onderdanigheid, de fusie van de koopman met zijn toegeëigende bezit. Ik ben de samensmelting van twee uitersten, de botsing van aardplaten, het hoogst haalbare en het laagste van het laagste, heilige zondaar, God en Diens schepping, de rimpeling op het water waarin een half millennium geleden een steen werd gegooid.

[…]

 

© 2024 Milouska Meulens en Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum