Leesfragment: Duivelsgreep

15 april 2024 , door Lina Wolff
|

Nu in onze boekhandels: Lina Wolffs ‘geestige, scherpe en geraffineerde’ (Dieuwertje Mertens in Het Parool) roman Duivelsgreep (Djävulsgreppet), uit het Zweeds vertaald door Janny Middelbeek-Oortgiesen. Lees bij ons een fragment en bestel!

Een Zweedse vrouw arriveert in Florence, waar alles haar vreemd en overweldigend lijkt. De terracotta daken, de kerktorens, de verliefde stellen op straat. De man voor wie ze haar vorige leven heeft opgegeven is dik en lelijk, en misschien vragen de mensen zich af wat iemand zoals zij met iemand zoals hem te zoeken heeft. Maar het kan haar niets schelen. Het duurt niet lang voordat de jaloezie oplaait, en die is geheel wederzijds. Pas later zal ze zich afvragen wanneer ze haar grip op hem kwijt is geraakt. Wanneer hij zijn greep onherroepelijk op haar heeft verstevigd. Zijn duivelsgreep.



 

Het eerste wat haar bij aankomst in Florence overweldigt, zijn alle verliefde stelletjes. Die lopen door de bogengangen langs de gevels van de binnenstad, met boven hun hoofd donkere oude balken. Het is allemaal warm en geweldig, helemaal niet zoals ze het zich voorstelde toen ze jaren geleden een keer met een trein op het station stil kwam te staan. Toen daalden er grote sneeuwvlokken neer op wat een broze, kille en slapende stad leek. Maar nu heb je dus al die verliefde stelletjes in de hitte. In zijn appartement hoor je ze door de open ramen, door de muren. Het gegil van de vrouwen, en dan even later het gemompel en gelach.
‘Heeft iedereen hier op deze manier seks?’ vraagt ze. ‘En dan ook nog aldoor?’
‘Ja,’ antwoordt hij. ‘Is dat gek?’
‘Nee,’ zegt ze, ‘helemaal niet.’
Ze realiseert zich dat zij uit een heel dorre streek komt. Ze realiseert zich ook dat ze nog veel moet leren, en dat de man aan haar zijde misschien de persoon is om haar wegwijs te maken in dit nieuwe. Vanaf het dakterras strekken de okerkleurige dakpannendaken zich voor hen uit en van bovenaf lijkt Florence wel de stad van de tweede chakra. De tweede chakra is je onderbuik en de bijbehorende kleur is oranje. Oranje, oker, een van de natuurlijke kleuren van deze stad. Alles klopt, denkt ze, alles klopt, eindelijk klopt alles.
Het zweet ligt als een voortdurend vlies op hun huid. Ze vindt zijn zweetgeur lekker. Ze vindt alles aan hem lekker, ook al is hij erg lelijk. Hij heeft lang, donker en warrig haar, dat hij langs de zijkanten van zijn hoofd trekt alsof hij zijn gezicht wil verbergen. Maar niemand kan een dergelijk gezicht verbergen en zij strijkt zijn haar achter zijn oren. Hij zegt dat hij zich schaamt. Zij zegt dat hij zich niet moet schamen, dat zijn gezicht gewoon een extra dimensie aan zijn mannelijkheid verleent, en bovendien vormt het een lekker schurend contrast met de zo feminien innemende stad. Hij glimlacht wantrouwend, bijna verlegen. De mensen die ze tegenkomen nemen eerst hem op, dan haar, daarna hem weer. Hij zegt dat hem dat nog nooit is overkomen.
‘De mensen staren omdat ze niet begrijpen hoe het kan dat iemand als jij samen is met iemand als ik,’ zegt hij.
Maar sommige vrouwen begrijpen dat wel, die begrijpen het heel goed. Die geven blijk van hun belangstelling zoals bepaalde Latijnse vrouwen doen. Wanneer ze een keer op een bankje in het park zitten, komt er een vrouw water drinken uit de fontein naast hen. Ze gaat naast hem staan en buigt zich voorover, waarbij haar achterwerk op een halve meter afstand van zijn gezicht belandt. Hij glimlacht tevreden.
‘Dat komt omdat ik met jou ben,’ fluistert hij. ‘Anders zien ze me nooit staan.’
Natuurlijk overweegt ze de mogelijkheid dat hij op dit punt al tegen haar liegt, maar die gedachte wuift ze weg. Hij zit daar toch, naast haar, comfortabel achteroverleunend met zijn armen op de rugleuning terwijl een zweetgeur uit zijn oksels opstijgt. Er is niets om je ongerust over te maken. Hij is ongevaarlijk, voor iedereen weerzinwekkend behalve voor haar. Hij is een ongevaarlijk dikzakje. Naderhand zal ze (verbitterd) bedenken dat ongevaarlijke dikzakjes helemaal niet bestaan.

Het duurt niet lang of de vrouwen beginnen steeds meer aandacht aan hem te schenken. Ze ziet zijn blijdschap en kan aanvankelijk een glimlachje niet onderdrukken. Want zij is degene die verantwoordelijk is voor zijn metamorfose, zij is de drijvende kracht daarachter. Zij gooit al zijn verwassen, grijze t-shirts weg. Zij zorgt ervoor dat hij linnen overhemden in lichte kleuren, deodorant en nieuwe spijkerbroeken koopt.
‘Spijkerbroeken’, zegt ze, ‘kunnen een lichaam maken, maar ze kunnen het ook breken.’
Ze legt uit dat je bijvoorbeeld geen stonewashed spijkerbroek kunt dragen bij mooie zwarte, enigszins glimmende schoenen waarvan de hakken op het plaveisel weerklinken tijdens het lopen.
‘Dan zie je eruit als een verkoper van stuurinrichtingssystemen voor de vrachtwagenindustrie,’ zegt ze.
‘Maar dat is toch ook zo’n beetje wat ik ben,’ antwoordt hij.
Ze lacht opgelaten.
‘Precies, dat is zo’n beetje wat je bent. Maar dat belet je niet om je mooie zwarte schoenen te bewaren voor een begrafenis en om doordeweeks sneakers aan te trekken.’
Hij luistert en leert. Hij loopt in het winkelcentrum achter haar aan en koopt alles waarvan zij denkt dat het bij hem past. Ze zegt dat het waarschijnlijk mooi zou staan als hij al zijn haar afschoor, of zodanig dat er slechts een donkere mat van een millimeter lengte overblijft, zoals bij Shane in The Walking Dead. Hij googelt en knikt.
‘Maar mijn gezicht dan?’ zegt hij vervolgens. ‘De mensen zullen schrikken als ze dat zien.’
‘Ik denk dat je er anders uit gaat zien,’ zegt ze. ‘Alsof je niet probeert om iets te verbergen, alsof je trots bent op je meer angstaanjagende kant.’
Hij gehoorzaamt. Zij gaat ’s ochtends met hem hardlopen in de parken voordat de hitte zich boven de stad nestelt. Geleidelijk vermindert zijn buikvet. Ze neemt hem mee naar de sportschool en terwijl zij op de mat buikspieroefeningen doet, traint hij voor de spiegel zijn bicepsen.
‘Als ik armbuigingen sta te doen terwijl ik zo kaal ben, zie ik eruit als un cazzone, een enorme pik,’ zegt hij.
Zij schiet in de lach. Ze is er dol op wanneer hij zo bezig is, wanneer hij grof in de mond is en zweet, ze snakt naar mensen die een ongegeneerde houding hebben. De metamorfose gaat verder. Elke avond salade, fruit bij het ontbijt. Daarnaast heel veel seks, zodat zijn mannelijkheid uit elke porie stroomt wanneer hij het huis verlaat. ’s Ochtends staat ze vanachter het raam tevreden (maar naïef) toe te kijken hoe haar wonder de wereld in trekt.

 

© 2022 Lina Wolff
© 2024 Nederlandse vertaling Janny Middelbeek-Oortgiesen

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum