Leesfragment: Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda

| |

Hoera! Bibi Dumon Tak & Annemarie van Haeringen winnen de Woutertje Pieterseprijs 2023 met Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda! Lees bij ons het nieuws, de aanbeveling door Bob Kappen en een fragment!

Bibi Dumon Tak laat dieren aan het woord die spreekbeurten houden over andere dieren. Sommige dieren hebben elkaar nog nooit gezien, anderen kennen elkaar juist heel goed. Zoals de poetsvis, die vooral de scherpe tanden van de haai kent, en de vos, die voornamelijk is geïnteresseerd in de smaak van de gans. De zebra houdt zijn spreekbeurt over zwart-witte dieren en de doodshoofdvlinder weet alles over de doodshoofdaap te vertellen. En zoals bij iedere spreekbeurt is er na afloop gelegenheid tot het stellen van vragen.
De lezer komt veel te weten over het dierenrijk, en dat nu eens niet door de ogen van mensen, maar door die van de dieren zelf. En dat is niet kinderachtig, maar dierachtig leuk. En extra mooi door de fantastische illustraties van Annemarie van Haeringen.

N.B. Lees dus ook meer over de Woutertje Pieterseprijs en Bob Kappen over Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda, en Daan Stoffelsen over De eik was hier en een fragment uit Dumon Taks volwassenenroman De dag dat ik mijn naam veranderde.

 

Gans. Uit: Bibi Dumon Tak & Annemarie van Haeringen, Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda

9
‘Hallo,
ik ben een vos
en vandaag houd ik mijn spreekbeurt over
ganzen.

Er zijn ontzettend veel ganzen. Je hebt ze in allerlei soorten en maten.
Ik noem er een paar:

  • grauwe gans
  • brandgans
  • rietgans
  • sneeuwgans
  • nijlgans
  • rotgans
  • dwerggans.

Voor mij is een gans een gans. Ze smaken allemaal even goed. Ze zijn makkelijk van achteren te besluipen, maar pas op: als die beesten je in de gaten hebben maken ze een kabaal, dat wil je niet weten. Ganzen zijn betere bewakers dan honden. Het is dus raadzaam in het schemerdonker op jacht te gaan. Dan merken ze je minder snel op.
De zwakke plek bij ganzen is de nek. Je klemt je kaken eromheen. Je schudt net zolang tot de nek breekt en dan zijn ze dood. Je kunt ze daarna meeslepen naar je hol. Ze zien er zwaarder uit dan ze zijn, want de helft bestaat uit dons. Dan de lekkerste plek van de gans. Dat is de borst. Aan de vleugels heb je niet veel, want dan heb je alleen maar veren in je bek. Maar de borst is mals. Zeker als je een jonge gans te grazen hebt genomen, want jonge ganzen hebben nog niet zo veel gevlogen en daarom hebben ze nog niet veel spieren ontwikkeld. Oude ganzen zijn taai. Dat komt…’

Vos. Uit: Bibi Dumon Tak & Annemarie van Haeringen, Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda

‘Hallo, mag ik nu al wat vragen?’
‘Nee, gans, want ik ben nog niet klaar.’
‘Ik ben het niet met deze spreekbeurt eens.’
‘Ik hou zo een vragenronde, dan ben jij als eerste aan de beurt.’
‘Wie heeft hier eigenlijk de leiding?’
‘Nou, het is mijn spreekbeurt, dus ik heb de leiding.’
‘En waarom zou een gans naar jou luisteren?’
‘Omdat je beleefd moet zijn, daarom.’
‘Ik vind jouw spreekbeurt niet beleefd. Het gaat alleen maar over ons vlees.’
‘Ik ken jullie alleen maar als vlees.’
‘Ik ben anders meer dan een ganzenboutje.’
‘Het is mijn spreekbeurt.’
‘Ja, jouw spreekbeurt over ons als maaltijd.’

‘Ik ga, als je het niet erg vindt, toch even verder met mijn spreekbeurt. Waar was ik? O ja. Je moet dus eigenlijk de jonge ganzen hebben. Oude ganzen zijn al vaak op en neer gevlogen van Zweden naar Nederland en weer terug. Of van Rusland naar Duitsland of België of Finland of ergens anders heen. Kan me niet schelen. In de winter zijn ganzen op de ene plek en in de zomer op de andere. En hoe vaker ze hebben gevlogen, hoe taaier hun vlees.
Daarom zit ik ook wel eens achter hun kuikens aan. Dat zijn lekkere hapjes voor als ik zelf jongen heb. Een babygans past goed in de bek van mijn welpjes en ze kunnen er met hun melkgebitje lekker op kauwen.’

‘Zo is het wel genoeg!’
‘Ik was juist klaar met mijn spreekbeurt. Zijn er nog vragen?’
‘Ja dus!’
‘Kom maar op met je vraag dan.’
‘Ik zou als gans wel eens willen weten of jij nog wel goed slaapt na alle moorden die je op mijn familieleden hebt gepleegd.’
‘Nou, ik zal je zeggen: hoe meer ik moord hoe beter ik slaap.’
‘Ik geef je alvast een onvoldoende voor je spreekbeurt.’
‘Waarom?’
‘Omdat hij te eenzijdig is.’
‘Dat ben ik met de gans eens.’
‘Wie ben jij dan?’
‘De woelmuis.’
‘Ah, de woelmuis, de lekkerste snack die er bestaat. Nog meer vragen?’
‘Ik wil liever iets zeggen. Ik vind dat je nog veel meer over ganzen had kunnen vertellen. B.voorbeeld over hun vliegtochten naar het noorden. Waarom ze dat doen. En hoe het werkt met hun b.zondere vleugelslag. Dat ze elkaar als het ware vooruit trekken in de lucht. En dat ze op elkaars jongen passen. Soms hebben twee ganzen wel dertig pulletjes om op te passen. Tien van zichzelf en de rest van hun vrienden. Waarom vertel je dat niet, vos?’
‘Omdat jij, kerkuil, de hele tijd alles beter weet en je de hele tijd met alles bemoeit. Deze spreekbeurt ging over mijn interesse in ganzen. En die interesse ligt bij het vlees.’
‘Ik vind anders dat je je best eens wat meer in je prooi had mogen verdiepen.’
‘Verdiep je in je eigen braakballen, uil. Dit was mijn spreekbeurt en om het goed te maken houd ik volgend jaar mijn spreekbeurt over gras, het smakeloze voer voor ganzen. Dat wordt dan een superkorte spreekbeurt. Hahahahahaha!! Tot dan!’

 

Copyright tekst © 2022 Bibi Dumon Tak
Copyright illustraties © 2022 Annemarie van Haeringen

pro-mbooks1 : athenaeum