Leesfragment: De jacht op het snoekje

01 mei 2023 , door Juhani Karila
|

Nu op de longlist van de Europese Literatuurprijs 2023: Juhani Karila’s De jacht op het snoekje (Pienen hauen pyydystys), vertaald door Annemarie Raas. Lees nu een fragment, én haar toelichting op de vertaling!

Zoals elk jaar keert Elina Ylijaako terug naar haar geboortedorp in het oosten van Lapland, een lege moerassige wereld die werkt volgens zijn eigen regels. Daar heeft ze drie dagen de tijd om haar jaarlijkse snoek te vangen. Maar dit jaar gaat niets zoals gepland. Wanneer een watergeest uit een meertje verschijnt en Elina’s opdracht in de weg staat, wordt haar zomerse traditie plotseling een avontuur op leven en dood. Ondertussen zoekt een politieagente haar op verdenking van moord en raakt ze zelf betrokken bij het reilen en zeilen van mysterieuze wezens waardoor de magische wereld en de realiteit onontwarbaar raken vervlochten. Alleen door het verbreken van de vloek die diep is geworteld in Elina’s verleden kan alles nog ten goede worden gekeerd.

De jacht op het snoekje is zowel een tragisch Fins liefdesverhaal als een buitengewoon humoristisch en wonderlijk avontuur over de onvoorspelbare kracht en doldwaze magie van de natuur. Juhani Karila (1985) is een journalist met een master in communicatiewetenschappen. Zijn romandebuut De jacht op het snoekje werd bekroond met de Kalevi Jäntti-prijs, de Tähtifantasia-prijs en de Lapland Literature Prize, en genomineerd voor de Jarkko Laine-prijs en de Franse Prix Micheline.

De roman is ondertussen in dertien landen verschenen. Juhani Kareli’s werk wordt vergeleken met Daniil Charms en Andrus Kivirähk, in Finland wordt hij wel de nieuwe Arto Paasilinna genoemd.

  • ‘Dit niet-classificeerbare, grappige en uitbundige boek combineert een zoektocht met een detectiveverhaal en is echt verbluffend!’ La Presse
  • ‘Een virtuoze en grappige roman. De jacht op het snoekje is een hernieuwde kennismaking met de heerlijke waanzin die de Finse literatuur zo succesvol maakte.’ ActuaLitté
  • ‘Karila’s fantastische, originele roman is magisch-realistisch met een Laplandse twist. Beter dan dit wordt proza uit Finland niet.’ Juryrapport van de Kalevi Jäntti-prijs 2019

 

Rondleiding

We naderen het ven vanuit de stratosfeer.

Als eerste zien we Lapland. De delen daarvan: 1) Spannend West-Lapland. De skioorden Levi en Ylläs; het lokale dialect Meänkieli; kunstenaars Mukka, Palsa en Särestönniemi. 2) Exotisch Noord-Lapland. De fjells met kleine groepjes rendieren, het Inarijärvi en trekzalm. 3) Het domme Oost-Lapland. Moeras en muggen. Boeit niemand.
Behalve ons.
We duiken eropaf, hoewel de wind zich daartegen verzet. Niet te geloven. Ook de aardbol wil dat we westwaarts gaan.
Maar ik stel mijn eigen natuurwetten op.
We naderen van bovenaf, zodat je het beseft. Lapland is groot. Zelfs vanuit Sodankylä moet je nog bijna vijf uur lang in noordelijke richting rijden om bij de Noordelijke IJszee te komen. Laat maar, autoritten zijn een slechte graadmeter. Wegen zijn er nauwelijks. Huizen evenmin. Of mensen. Wildernis, dat wel. Een ondefinieerbare bodem met her en der verheven stukken begroeide grond, als een restant dat god over de noordkalotten uitstrooide nadat hij elders de gazons, heidevelden en regenwouden had neergelegd. Wat een lul, die god! Ik overdrijf. De hoogvlaktes zijn mooi. Maar de rest! Niet dat ik klaag. Er is hier niemand, en dus is er ruimte. Lapland zit ’m in de combinatie van omvang en leegte. In een horizon die door jammerlijke sparren wordt doorprikt, een horizon die zo afschuwelijk verlaten is dat het mensen doet zwijgen en mythes doet floreren. Die mythes, die voeden zich met angst. Ze brengen monsters voort die door de moerassen zwerven als machines die niemand nog kan stopzetten. Ze zwemmen in donkere wateren. Ze zitten gehurkt op zolders, met ronde ogen die branden als die van een uil. En ver buiten de dorpen, achter bossen, moerassen en meren, bekijken naamloze wezens hun koninkrijk en de bleke verlichting van de huizen op de top van de heuvels.
Zoom in op een zijtak van de Kemijoki, de Kitinen. Daar, bij Vuopio, zijn twee kreken te zien, de Kleine Kreek en de Grote Kreek. Laatstgenoemde is ons reisdoel. Het is een kleine, ronde inham. Diep. Op de bodem sluimeren snoeken zo groot als boomstammen... Midden in de Grote Kreek ligt het Schimmeneiland. Daar loopt Moker-Olli rond. Maar daar gaan we niet naartoe, ik zet koers naar opzij. In de Grote Kreek mondt een beekje uit, en het lijkt me goed om daarnaast te landen, als een dagvlinder, keurig. Of we slaan tegen de grond. Nog even – plets! Het moeras is in juni een zachte landingsplaats. Wacht, laat me je uit de modder trekken sjllllooep. En nog een flinke oorvijg erachteraan bam!
Welkom op de wereld! Kijk niet naar mij maar om je heen. Perfect. Een zanglijster koert in een den en recht vooruit, boven het moeras, stijgt een zwarte zwerm muggen op.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Akelig geluid, vind je niet? Daar wen je aan. Hé makker, niet de modder wegvegen. Dat is goeie bescherming.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Laten we de beek volgen, door het hoge gras waden. Die ondeugende schaatsenrijders ook... Probeer op de pollen te stappen. Ze wiebelen onder je laarzen, ik weet het, maar ze geven niet mee, in tegenstelling tot de bodem tussen de pollen, die je tot je dijen het moeras in kan zuigen. Daarna komen de turfmonsters eraan gestormd, die trekken je laarzen van je voeten en zetten hun tanden in je voetzolen. Een akelig gevoel. Ik weet nog destijds, in het Ottermoeras... Nu hebben de bloedzuigers ons bereikt, en ze klimmen over ons heen. Zie hoe miserabel ze porren met hun snuiten. Niet schudden! Ze komen er niet doorheen. De modder is hard geworden en is als een jas voor ons.
Wees blij dat er geen strepebenen in de buurt zijn. Die zijn zo groot als helikopters. Een dergelijke vlegel sleurt een volwassen mens de lucht in, steekt zijn prikker in je oog en slurpt je ingewanden naar buiten. Laat dan je uitgedroogde lijf in de wilgenstruiken vallen, waar je vel als wasgoed in de takken blijft wapperen.
Rechts op de oever is het huis van Ylijaako te zien. Daar woont niemand meer, maar nog even en het is er een komen en gaan van mensen.
Geloof je me als ik zeg dat hier een maand geleden nog anderhalve meter water stond? In het voorjaar creëert het smeltwater een groot meer. De plek waar we landden is gedurende een week een uitstekende plek om op grote marene te vissen. Zie je die smalle indruk daar, een beetje als een pad? Die is door de heldin van ons verhaal gemaakt. En daarginds is dan weer ons beekje te zien. Laten we dat volgen als een regenboog, met aan het eind ervan een schat. Maar eerst meer wilgenstruiken. Ook die zijn uit elkaar gebogen, alsof iemand een weggetje door het struikgewas heeft gemaakt, en precies zo is het ook.
Te midden van de wilgen vinden we het Achterven. Een ondiepe plas, met overdadige plantengroei als gevolg van meststoffen, waarin baarzen wonen die door de humus zijn verrijkt. Zo groot als ovenwanten.
De ene voet voor de andere! Je dacht zeker dat we er al waren? Nee nee. Na het wilgenbosje wacht nog meer veen en zomp op ons. Moeras. En ten slotte nog honderd meter broekland.
De graspollen klotsen en klotsen...
Soms heb ik het gevoel dat de wereld niet wegzinkt in zee of verwoestijnt maar gewoon in een moeras verandert. Velden zinken weg in drasland. Kerkdorpen zinken weg in drasland. Wegwijzers, rotondes, wolkenkrabbers... ze zinken allemaal weg in drasland. Zelfs eskers en bergen zinken weg in drasland, en over meren en ook oceanen verbreidt het moeras zich als een weerzinwekkende ziekte, zodanig dat de vissen geen zon meer zien en je over een aaneengegroeide, deinende, met wollegras gevulde zomp van Afrika naar Amerika kunt lopen en de hele aardbol één sijpelende, tjirpende en klotsende graspol is en alleen het gezoem van muggen klinkt en een nieuw intelligent wezen zich met lange, mechanische poten over het vocht voortbeweegt.
Maar het zal nog even duren voor het zover is, en nu heb ik goed nieuws. We zijn bijna waar we wezen moeten. Jazeker, op het ven dat daarginds ligt te glinsteren hebben we al die tijd aangestuurd.
Welkom bij het Stakenven.
Als het Achterven ondiep is, dan is het Stakenven echt vreselijk ondiep. Hoogstens dertig centimeter. Ook dat is voor interpretatie vatbaar. Het water is dik als erwtensoep, en ergens in die brij kniest een snoek.
Dit is de bühne van ons verhaal, onze glibberige hoofdpersoon bevindt zich daar op de bodem. Of: een van hen.
Hiervoor zijn we gekomen.
Maar luister! Hoe belandt een snoek in een dergelijke poel? Zoals ik al zei is hier in de meimaand een meertje. Wanneer mei overgaat in juni begint het water te zakken. Dat gebeurt razendsnel, en de vissen, traag geworden door de koude omstandigheden, beseffen niet dat ze met hun vinnen moeten gaan wapperen en koers moeten zetten naar de Kitinen. Sommige maken pas op de plaats, draaien als een onnozele rondjes zoals veel anderen dat ook doen op de keerpunten in hun leven, en al snel merken ze dat ze gevangenzitten in het hoogwatermeertje. Dan begint een afvalrace: de vissen gaan elkaar opeten. In dit meertje blijven meestal een paar snoeken, een school baarzen en een aantal blankvoorns over. De blankvoorns worden als eerste opgegeten, dan de kleinste baarzen. Enzovoort.
Uiteindelijk is er nog één enkele snoek over. Die is er hondsberoerd aan toe. Er is geen voedsel, hij is gedwongen mestkevers die over het wateroppervlak snellen te vangen, en als hij geluk heeft, krijgt hij een domme woelmuis voor zijn neus die een duik heeft genomen... De snoek kan alleen maar ronddrijven en vermageren en wachten op de dood.
Heb je dat gehoord? Een autoportier dat dichtslaat. Onze heldin is bij de boerderij van Ylijaako aangekomen. Dat betekent dat we er klaar voor zijn. Ze heeft drie dagen de tijd. Zelf heb ik geen seconde meer over: ik begin weg te zinken in het moeras. Dank je, ik heb geen hulp nodig, het wegzinken hoort er zeg maar bij. Ik was alleen te gast hier, een beetje aan het rondleiden. Dingen aan het laten zien. En denk eraan –

 

Copyright © Juhani Karila 2019
Copyright Nederlandse vertaling © 2022 Annemarie Raas Vormgeving Koppernik

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum