Leesfragment: Het land tussen de talen. Reportages uit België

29 januari 2022 , door Stefan Zweig
|

1 februari verschijnt Stefan Zweigs Het land tussen de talen. Reportages uit België, vertaald door Els Snick, geïllustreerd door Koen Broucke en met een nawoord van Piet Chielens. Wij publiceren voor.

In de zomer van 1902 reisde Stefan Zweig voor het eerst naar België. Hij bezocht de mondaine badplaats Oostende en het verstilde Brugge. De Duitse bezetting in 1914 maakte aan zijn lange vriendschap met de Belgische dichter Emile Verhaeren een einde. In volle oorlogstijd publiceerde Zweig reportages over Luik, Leuven en Antwerpen. Later werd hij een overtuigd pacifist. In 1928 schreef hij over de slagvelden van Ieper, de inhuldiging van de Menenpoort en het oorlogstoerisme.

In deze bundel zijn Zweigs fascinerende reportages, of portretten, van Oostende, Brugge, Luik, Leuven, Antwerpen en Ieper bijeengebracht, prachtig vertaald door Els Snick en al even mooi geïllustreerd door Koen Broucke. De inleiding is verzorgd door Piet Chielens. Over de haven van Antwerpen:

‘De kranen kreunen van genot als ze met hun vingers in de schepen grijpen en in het donker naar kostbaarheden uit verre streken tasten, vanaf de oever klinken signalen over en weer, klokslagen manen de landverhuizers aan een laatste groet uit te wisselen, alle talen van de wereld klinken hier door elkaar. En plotseling begrijp je de betekenis van deze stad, die te groot is voor haar kleine land: ze moet heel Europa dienen, het hele continent.’

N.B. We publiceerden eerder voor uit Fantastische nacht en andere verhalen, Elke vriendschap met mij is verderfelijk en Reis naar het verleden en bespraken Elke vriendschapSouth American Letters en Ongeduld.

 

Hoogseizoen in Oostende

Het hoogseizoen in Oostende is een ononderbroken, bonte verscheidenheid van feesten en publieke evenementen. Bezoekers van de grootste en chicste der Belgische badplaatsen worden minder dan andere badgasten gedreven door het verlangen naar rust en ontspanning. Wie zich het hele jaar door omringd weet door jachtig en opwindend grootstedelijk vermaak, wie voortdurend de hartslag van het leven voelt en zijn veerkracht tot het uiterste geprikkeld weet, heeft de buik vol van cultuur en verfijning en geniet er ’s zomers juist van dat al die prikkels oplossen in de natuur, in harmonieuze stilte en beschouwelijke ontspanning. Dat geldt niet voor wie Oostende bezoekt. Voor deze gasten is een zomervakantie geen verpozing, geen rustpauze, maar juist een fonkelende schakel in de eindeloze keten van mondaine genoegens; het is een surrogaat voor de grote steden met hun zonovergoten boulevards, hun theaters, hun parken en hun bals, waartoe de zomer hun de toegang heeft ontzegd. Stilzwijgend groeide Oostende zo uit tot de ontmoetingsplek van echte en vermeende aristocraten, die als glinsterend schuim op de golven van de grote steden komen drijven en elkaar overal ontmoeten en herkennen, en voor wie een thuisstad slechts een doorgangsstation is van waaruit ze uitzwermen naar de grote internationale amusementscentra. Oostende geeft deze graag geziene gasten onderdak in de drukste zomermaanden, van juli tot eind augustus.
Je zou die periode uitvoerig kunnen beschrijven zonder ook maar de prachtige ligging van Oostende te vermelden, want de natuur is in het totaalbeeld eerder aankleding. Ze lijkt alleen maar zo overdadig mooi om de triomfen van de moderne beschaving luister bij te zetten en een waardig decor te bieden voor de hoogtepunten van menselijke schoonheid en kunstzinnigheid. Het strand lijkt hier minder bedoeld als vergezicht over de zee, die met haar geurige, gezonde lucht komt aangerold; je bewondert er vooral de elegantie van de imposante strandhotels en de prachtige toiletten van dames die flaneren alsof ze op de promenade van een metropool wandelen. De pier, die tot ver in zee leidt, wijst op de grootse verwezenlijkingen van de moderne techniek, op de haven met zijn sierlijke stoomboten en jachten, en wie gaat zwemmen doet dat niet zozeer vanwege de heilzame werking als wel vanwege de bijzondere strandtoiletten en de verregaande vrijheid der zeden. Zoals gezegd: hier valt de natuur haast in het niet tegenover de menselijke constructies, omdat de cultuur zich met haar nieuwste, grootste en meest verfijnde verwezenlijkingen tegenover de natuur plaatst.

Uit: Stefan Zweig, Het land tussen de talen. Reportages uit België. Illustratie Koen Broucke

De fysionomie van Oostende weerspiegelt de persoonlijkheid van de gasten. Mensen die het hele jaar hard hebben gewerkt willen in de zomer graag wat luieren, maar mensen zonder beroep of met een beroep dat nooit veel inspanning vergt, verlangen altijd naar oppervlakkige bezigheden, waarin sport en spel hier in ruime mate voorzien. Hoe levensnoodzakelijk het gokspel voor Oostende is geworden, blijkt wel uit het feit dat de Belgische overheid vorig jaar, toen de speelzalen in Oostende en Spa met sluiting werden bedreigd, beide steden een schadevergoeding wilde verlenen van zeven miljoen frank. Voorlopig is die wet nog niet van kracht, maar de voorgestelde schadevergoeding geeft al een idee van de verbluffend hoge omzetten die het spel alleen al in het hoogseizoen oplevert.
Het middelpunt van de elegante wereld vormt in Oostende het kursaal. Dit schitterende, omvangrijke gebouw staat op de zeedijk, aan weerskanten geflankeerd door voorname huizenrijen, aan de achterzijde uitkijkend op het Leopoldpark en de stad. In de grote zaal komt het chique Oostendse publiek ’s middags en ’s avonds naar het concert; vooral ’s avonds, wanneer de heren alleen in rokkostuum of smoking mogen verschijnen en dames van diverse nationaliteiten met hun prachtige toiletten en juwelen met elkaar wedijveren, wanneer de enorme zaal tot de nok gevuld is met de belangrijkste afgevaardigden van de beau monde en ongetwijfeld ook van de demi-monde – op zulke momenten is Oostende ronduit overweldigend, zelfs voor wie uit een wereldstad komt. Na het concert is er elke dag een bal; de meeste bezoekers trekken zich echter terug in andere zalen aan de achterkant van het kursaal. In de eerste zalen is het kansspel voor iedereen toegankelijk, hier is de omzet bij patience dan ook nog niet zeer hoog, de meest gewaagde inzetten zijn vastgelegd op 300 frank; het echte spel vindt pas plaats in de cercle privé, de grootste speelclub van Oostende, waarvoor een – zij het niet al te stringente – ballotage en een entree van 20 frank is vereist. In deze zalen spelen zich de interessante scènes af waarvan het hele Oostendse publiek meestal al de volgende dag op de hoogte is: de vele duizenden franken winst of verlies bij roulette en patience. De magnifiekste toiletten, waarvan de eigenaressen soms echte, soms slechts variétéprinsessen zijn, zitten zusterlijk naast elkaar, en je treft er ook die talrijke internationale figuren aan van wie je alleen weet dat ze alle casino’s ter wereld hebben bezocht en dat ze daar nooit zullen ontbreken zolang de speelzalen geopend blijven. En dat tafereel blijft tot in de vroege ochtenduren hetzelfde.

[...]

© Copyright 2022 Vertaling: Els Snick en Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam
© Copyright 2022 Illustraties: Koen Broucke
© Copyright 2022 Nawoord: Piet Chielens

pro-mbooks1 : athenaeum