Leesfragment: De meteoriet en het middagdutje

30 mei 2021 , door Maarten Asscher
| |

1 juni verschijnt De meteoriet en het middagdutje, vijftig fotosyntheses van de hand van Maarten Asscher. Lees er bij ons alvast een!

In De meteoriet en het middagdutje presenteert Maarten Asscher aan de hand van vijftig zorgvuldig uitgekozen zwart-witfoto’s een rijkdom aan onvermoede geschiedenissen, verrassende details en merkwaardige belevenissen. In de traditie van Rudy Kousbroeks ‘fotosyntheses’ roept Asscher zijn eigen verbazende wereld op, waarin een Japanse rotstuin, een neerstortende jachtbommenwerper, mijnwerkers in een liftkooi en een verdwenen watertoren onderling gaandeweg met elkaar verbonden raken.

De combinatie van steeds één foto met een verhalend essay van achthonderd woorden maakt De meteoriet en het middagdutje tot een historische en tegelijk splinternieuwe galerij waar de lezer even geïntrigeerd als verbluft in blijft kijken en lezen.

N.B. 22 juni (20.00) gaat Maarten Asscher met Margot Dijkgraaf bij Spui25 in gesprek over De meteoriet en het middagdutje. Kom ook! Asscher(1957) debuteerde in 1992 met de bundel essayistische verhalen Dodeneiland. Nadien verschenen ruim een dozijn boeken in alle literaire genres, waaronder in 2005 een roman (Het uur en de dag), in 2015 een literatuurwetenschappelijk proefschrift (Het uur der waarheid [fragment]) en in 2018 Toch zit het anders [fragment| onze recensie], kritische beschouwingen over cultuurpolitiek en het boekenvak. In het voorjaar van 2019 verscheen de bundel Kort geluk [fragment], met zijn essays over geluk, levenskunst, taal, kennis, diversiteit, politiek en literatuur, in 2020 verscheen Een huis in Engeland. Roman van een kleinzoon [fragment].

 

De hond als trouwe mensenvriend

Politiehondentrainers vergelijken goed afgerichte herdershonden wel met een kogel, zo gericht en onstuitbaar rennen deze dieren op hun doel af, zodra ze eenmaal het commando hebben gekregen om aan te vallen. Maar tussen beide bestaat één belangrijk verschil: een goed afgerichte herdershond kan worden teruggeroepen, een kogel niet.
Het hele idee dat je als ‘baasje’ van zo’n hond door het geven van een commando als het ware een trekker kunt overhalen, waarna die hond als een feilloos mechanisme tot de aanval overgaat, heeft mij altijd met grote angst voor honden vervuld. Ooit ben ik als kind een keer op een voetbalveldje aangevallen door een herdershond, die hoog tegen mij opsprong, waarmee mijn angst zowel bevestigd als vergroot werd. Behalve de marmotten van mijn jongere broer waren er in mijn ouderlijk huis ook geen dieren waaraan ik mij wellicht vroeg in mijn leven had kunnen gewennen. Op vakantie in Nederland gingen we vroeger af en toe kijken naar demonstratiewedstrijden met politiehonden, onveranderlijk een angstaanjagend spektakel.
Er zijn enkele vaste vergoelijkingen waarmee hondenbezitters het gedrag van hun viervoeters proberen te excuseren. De eerste luidt: ‘Hij doet niks, hoor’, de tweede: ‘Hij wil alleen maar spelen’, en vervolgens de derde: ‘Nou, dat doet hij anders nooit.’ En zodra je op welke manier dan ook op de aanvallende hond reageert, volgt de op verwijtende toon uitgesproken toegift: ‘Ja, zo maak je hem natuurlijk aan het schrikken.’ De suggestie is dat ik mijn hekel aan honden louter aan mijzelf te wijten heb. Die arme honden kunnen er niks aan doen dat ik niet met ze overweg kan. Echte dierenliefhebbers geven mij vaak het gevoel dat ik, die in mijn leven nooit een dier heb bezeten, daardoor in mijn menselijkheid tekortschiet.
Op het eerste gezicht laat deze foto ons zien hoe het wél moet. Hier valt van schrik of afkeer niets te bespeuren. De man rechts heeft duidelijk talent om met deze herdershond om te gaan. Doordat de hond op zijn achterpoten is gaan staan en met zijn voorpoten op de stenen balustrade steunt, zodat hij zich in zijn volle lengte heeft opgericht, lijken hond en baasje op dit dubbelportret wel bijna even groot. Dat geeft hun samenzijn nog iets extra vertrouwenwekkends, ja bijna vriendschappelijks, als twee wezens die zich in elk geval voor een moment op gelijke voet met elkaar voelen. Het lieflijke berglandschap op de achtergrond, met een mooie doorkijk over de weidse vlakten daarachter, versterkt die sfeer van natuurlijke lotsverbondenheid. Als je niks zou weten over de onderlinge verhouding tussen honden en mensen op aarde, zou je uit deze foto niet kunnen afleiden wie van deze beide wezens de baas is over de ander.
De hond draagt wel een halsband, waaraan een riem bevestigd is, maar de man met de pet houdt die riem heel losjes in de hand, zodat de hond zich op geen enkele manier in zijn bewegingen beperkt hoeft te voelen. De man staat zelfs een beetje voorovergebogen, alsof hij niet de baas van de hond is, maar zich juist dienend opstelt. Terwijl de man zo te zien schuin omlaag over de balustrade kijkt naar iets wat zich daarbeneden afspeelt, houdt de hond zijn blik op de verte gericht, altijd alert op mogelijk onraad waartegen hij zijn baas moet beschermen. Zo, in een vanzelfsprekende saamhorigheid, is dit een voorbeeldig dubbelportret van hoe mens en dier samen kunnen leven.
Zelf zou ik nooit zo dicht naast een herdershond durven gaan staan. Op het moment dat hij zich zou verheffen om zijn voorpoten op de rand te zetten, zou ik al enorm schrikken en terugdeinzen. Hondenliefhebbers doordringen mij er keer op keer van dat er voor die schrikachtigheid van mij geen enkele grond is. Ze zeggen zelfs dat een hond mijn schrikachtigheid juist als een bedreiging interpreteert, waar hij van zijn kant dan weer op reageert door te gaan blaffen en springen. Voor mij klinkt dat als de omgekeerde wereld: een hond die bang is van mensen. Toch leert het vervolg van dit op het oog zo harmonieuze dubbelportret dat angst van een dier voor de mens lang niet altijd misplaatst is. Het is voor de hond die we hier zien dan ook des te spijtiger dat hij zijn eigen noodlot niet tijdig heeft bespeurd.
Drie jaar na deze foto kreeg de hier afgebeelde herdershond, die luisterde naar de naam Blondie, van zijn baasje rechts een cyaankalitablet. Toen dat de onmiddellijke dood van het dier tot gevolg had, moest de man verschrikkelijk huilen. De volgende dag gaf hij ook zo’n tablet aan de vrouw met wie hij zojuist getrouwd was. Daarna schoot hij zichzelf met een revolver door het hoofd.
Van mensen moet je eigenlijk veel banger zijn dan van herdershonden. In elk geval zal niemand ooit ter verdediging durven beweren dat mensen niks doen of dat ze alleen maar willen spelen.

 

© 2021 Maarten Asscher, Amsterdam

pro-mbooks1 : athenaeum