Leesfragment: Annalen

04 april 2021 , door Tacitus
| | | |

8 april, aan het begin van de Week van de Klassieken, verschijnt Tacitus' Annalen in de vertaling van Vincent Hunink. Wij publiceren voor.

Somber. Boos. Verbitterd. Een geschiedschrijver met oude normen en waarden, al staat hij voor een haast verloren zaak. Een auteur met een unieke stijl, vol effecten en bijtend bondig. Terwijl hij schrijft over dieptepunten. In zijn Annalen (‘Jaarboeken’) maken keizers als Tiberius, Claudius en Nero een karikatuur van de Romeinse macht. Misstanden, verval van principes en zeden. Eindeloze complotten. Processen en moordpartijen. Indringende teksten, die ook na twee millennia indruk maken.

Vincent Hunink vertaalde in 2010 Tacitus’ Historiën. Nu heeft hij ook Tacitus’ hoofdwerk omgezet, de eerste volledige vertaling van de Annalen in dertig jaar. Een boek in pakkend, snoeihard Nederlands. Geen woord te veel. Donkere taal licht op elke bladzij op in geheimzinnige fonkeling.

N.B. We interviewden Vincent Hunink over zijn vertaling van de Historiën en publiceerden voor uit zijn vertaling In moerassen en donkere wouden en Het leven van Agricola.

 

Boek 1

Inleiding

Voorwoord

Rome was in den beginne een stad onder koningsbestuur.
Vrijheid en consulaat werden ingesteld door Lucius Brutus.

Dictaturen verleende men telkens voor bepaalde tijd. De macht van Tienmannen duurde hooguit twee jaar, krijgstribunen met consulaire bevoegdheid waren er niet langdurig. Noch Cinna’s noch Sulla’s dwanggezag duurde lang. Pompeius’ en Crassus’ politieke oppermacht verschoof weldra naar Caesar, en Lepidus’ en Antonius’ militaire overwicht naar Augustus, die de door burgertwisten uitgeputte wereld onder zijn gezag bracht en daarbij de titel ‘leider’ aannam.

Maar over voor. en tegenspoed van het Romeinse volk oudtijds is door roemrijke auteurs geschreven en ook voor de beschrijving van de augusteische periode ontbrak het niet aan knappe koppen. Totdat vleierij zodanige vormen aannam dat zij terugdeinsden.

Feiten ten tijde van Tiberius, Caligula, Claudius en Nero zijn tijdens hun leven uit angst verdraaid, na hun dood met frisse haat vertekend weergegeven.

Vandaar mijn voornemen kort in te gaan op Augustus en zijn einde, vervolgens op Tiberius’ principaat en de rest, zonder rancune of partijdigheid — daarvoor zijn de redenen verre van mij.

 

Bewind van Augustus

Na de afslachting van Brutus en Cassius waren er geen republikeinse troepen meer. Sextus Pompeius was bij Sicilië verpletterd. En met Lepidus terzijde geschoven en Antonius vermoord had ook het Juliaanse blok enkel nog Caesar als leider, die afstand deed van de titel van Drieman, zich presenteerde als consul en tevreden was met het gezag van tribuun, om zo het lagere volk te beschermen. Hij wist het leger aan zich te binden door geschenken, het volk door graan, en allen door zalige rust.

En kwam opzetten, langzaam maar zeker. Trok bevoegdheden van senaat, magistraten, wetten naar zich toe, zonder dat iemand verzet bood: de felste tegenstanders waren gesneuveld op het slagveld of door proscripties, de rest van de adel werd, al naargelang bereidheid tot slaafs gedrag, onderscheiden met rijkdommen en ereblijken, ging er in die nieuwe situatie op vooruit, zodat men veiligheid van het moment verkoos boven vroegere gevaren.

Ook de provincies wezen de stand van zaken niet af. Bestuur door senaat en volk bezag men argwanend, dat bracht maar rivaliteit tussen de groten en inhalig gedrag van magistraten. Bescherming door wetten stelde weinig voor: die werden telkens ondermijnd door geweld en gekonkel. En uiteindelijk door geld.

Verder zorgde Augustus voor ondersteuning van zijn machtspositie. Claudius Marcellus, zoon van zijn zuster, maakte hij ondanks diens jonge leeftijd tot hogepriester en curulisch ediel. Marcus Agrippa, van onaanzienlijke komaf maar een goed soldaat en partner in zijn zege, gaf hij twee opeenvolgende consulaten; later, na het overlijden van Marcellus, nam hij hem als schoonzoon. Zijn stiefzonen Tiberius Nero en Claudius Drusus onderscheidde hij met de titel ‘Imperator’, terwijl zijn huis ook toen nog geheel op kracht was. Want Agrippa’s zoons Gaius en Lucius had hij in de keizerlijke familie opgenomen, en hoewel zij de jongenstoga nog niet hadden afgelegd, had men hen tot ‘leiders van de jeugd’ benoemd en aangewezen voor het consulaat. Voor de vorm had Augustus dit van de hand gewezen, feitelijk was het zijn vurigste wens geweest.

Nadat Agrippa het leven had gelaten vonden Lucius Caesar op weg naar de Spaanse legers en Gaius tijdens terugkeer uit Armenië, verzwakt door een verwonding, plotseling de dood, voortijdig en natuurlijk ofwel door boze opzet van hun stiefmoeder Livia. Drusus was al veel eerder aan zijn einde gekomen en zo bleef Tiberius Nero als enige stiefzoon over.

Dan gaat alles diens kant op: zoon, mederegeerder, partner in het gezag van tribuun, en hij wordt gepresenteerd bij alle legers. Niet meer met acties van zijn moeder achter de schermen, zoals vroeger, maar met haar openlijke aanbevelingen. De oude Augustus had zij zo om haar vingers gewonden dat hij zijn enige kleinzoon, Agrippa Postumus, verbannen had naar het eiland Pianosa. Zeker, de jongen was slecht onderlegd en ging onbenullig prat op zijn fysieke kracht, maar had zich nergens aan vergrepen.

Geheel anders daarentegen was Augustus’ behandeling van Germanicus, Drusus’ zoon, die hij aan het hoofd stelde van acht legioenen bij de Rijn. Tiberius kreeg bevel hem te adopteren, hoewel zich in diens huis een haast volwassen zoon bevond. Augustus wilde echter steunen op meerdere versterkingen.

Aan oorlog resteerde in die periode niets. Behalve tegen de Germanen, om de smaad weg te nemen van het met Quinctilius Varus verloren leger. Meer dan uit verlangen het rijk uit te breiden of omwille van waardevol gewin.

Intern een toestand van rust, de namen van ambten ongewijzigd. De jongere generatie was van na de slag bij Actium, ook de meeste ouderen waren geboren tijdens de burgeroorlogen. Hoeveel waren er nog die de Republiek hadden gekend?

Het betekende een omslag in het bestel, en de aloude normen en waarden in de politiek waren dan ook spoorloos. Gelijkheid van burgers was opgegeven, iedereen wachtte op keizerlijke bevelen, zonder angst of onrust voor het moment, zolang Augustus de jaren en kracht had en zichzelf en zijn huis en de vrede overeind hield.

Toen hij hoogbejaard werd en ook te kampen kreeg met lichamelijke kwalen, toen zijn einde nabij was en er nieuwe hoop rees, repte een handvol mensen van de voordelen van vrijheid. Vergeefs. Meer vreesden oorlog of verlangden daarnaar.

En verreweg het grootste deel begon met allerlei praatjes af te geven op dreigende potentaten. Agrippa? Een woesteling, gefrustreerd door zijn oneer, in leeftijd noch ervaring opgewassen tegen zo’n enorme taak. Tiberius Nero? Rijp van jaren, ja, en beproefd in oorlog, maar met die oude, ingebakken arrogantie van de Claudische familie, en wreedheid, waarvan heel wat aanwijzingen ondanks onderdrukking boven kwamen. Vanaf zijn vroegste jeugd was hij opgegroeid in een huis van heersers, als jongen overladen met consulaten en triomftochten. Zelfs in zijn jaren op Rhodos, waar hij ‘teruggetrokken’ leefde, feitelijk als balling, broedde hij op niets dan wrok, gehuichel, geheime lusten. En dan die moeder met haar vrouwelijke honger naar macht! Slaaf zullen ze worden van een vrouw, en daarbij van twee jongemannen die de staat voor het moment bezwaren en ooit een keer verscheuren.

 

Jaar 14

Rome

Machtsovername door Tiberius

Terwijl men dit soort dingen overdacht, verslechterde Augustus’ toestand. Misdaad van zijn vrouw, vermoedden sommigen.

Het gerucht was namelijk opgekomen dat Augustus een paar maanden eerder naar Pianosa was gevaren om Agrippa op te zoeken, met medeweten van een selecte groep en met Fabius Maximus als enige metgezel. Veel tranen daar over en weer, naar verluidt, en tekenen van affectie, en goede hoop zodoende dat de jongeman weer bij zijn grootvader thuis zou komen. Maximus zou dit hebben doorverteld aan zijn vrouw Marcia, die weer aan Livia, en dit kwam Caesar ter ore. Korte tijd later stierf Maximus, al dan niet door een zelfgezochte dood. Bij zijn uitvaart hoorde men weeklachten van zijn vrouw Marcia. Met zelfverwijten dat zíj de oorzaak was van haar mans einde.

Hoe dan ook, Tiberius zit nog maar amper in Illyrië of hij wordt door een ijlbrief van zijn moeder teruggeroepen. Hij trof Augustus aan in de stad Nola, nog in leven of levenloos, dat is niet echt duidelijk. Livia had namelijk huis en wegen afgezet en scherp laten bewaken, en men liet geregeld positieve berichten uitgaan totdat al het nodige was geregeld. Zo kwam het nieuws in één keer: overlijden van Augustus en machtsovername door Tiberius Nero.

[…]

 

Oorspronkelijke titel Annales
Copyright vertaling © 2021 Vincent Hunink / Athenaeum—Polak & Van Gennep, Weteringschans 259, 1017 XJ Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum