Leesfragment: Brutus

15 mei 2019 , door Kathryn Tempest
| | |

Woensdag 29 mei komt Kathryn Tempest naar Spui25 om te spreken over Brutus. De nobele samenzweerder (vertaling Roelof Posthuma)! Lees bij ons alvast een fragment!

Historica Kathryn Tempest schetst een portret van een bijzondere Romeinse patriciër en senator. Hij was filosoof, staatsman, vredestichter en legeraanvoerder. Maar bovenal is Marcus Junius Brutus bekend als ‘s werelds beroemdste moordenaar. Brutus was controversieel en ondoorgrondelijk, ook voor zijn tijdgenoten. Wat hem onderscheidde in de samenzwering tegen Caesar was het feit dat hij niet uit was op persoonlijk gewin en macht, maar zich liet leiden door zijn republikeinse idealen.

In deze eerste Nederlandstalige biografie over Brutus schrijft Kathryn Tempest aan de hand van bronnen uit Brutus’ tijd, zijn correspondentie met Cicero en hedendaags onderzoek een briljante biografie van deze legendarische Romein. Ze geeft inzicht in Brutus’ persoonlijke leven en zijn politieke activiteiten en bevraagt daarnaast zijn morele gedrag. Was Brutus fout om zijn vriend en weldoener te doden of had hij gelijk zijn vaderlandsliefde boven zijn persoonlijke voorkeuren te stellen?

N.B. 29 mei gaat Kathryn Tempest dus met Martijn Icks bij Spui25 in gesprek over Brutus. Je bent ook welkom.

 

Voorwoord

Maar op de dag van Brutus’ oordeel kwam Caesar zonder boekrol of senaat om het vonnis te vellen.
‘Je verlaagt jezelf, beste Brutus,’ zei hij bijna vriendelijk, ‘door zo zelfmoord te plegen. Maar de dood is geen optie voor jou, mijn vriend. Jij zult voor altijd voortleven,’ besloot hij met droeve blik, ‘in de schaduw van mijn naam.’
En Brutus leefde voor altijd voort. Hij merkte dat hij niet dood was maar vervuld van jeugd en eeuwigheid. Beschaamd vanwege zijn verleden trok hij als Marcus door de werelden, eindeloze eeuwen van wereld na wereld, van het ene melkwegstelsel naar het andere, zonder rust te vinden.
Een schaduw… Als iemand zijn naam uitsprak, was dat in één adem met Caesar. Nooit alleen maar Brutus.

Eugene Bacon, ‘Being Marcus’, 2015, New Writing 12.3, 351

Dit fragment uit een kort verhaal laat zien dat de naam van Marcus Brutus overal zomaar kan opduiken, zelfs, zoals in dit fictieve proza, bij een persoonlijke trainer in een fitnessstudio, ergens op aarde in de eenentwintigste eeuw. Door Caesars geest veroordeeld tot onsterfelijkheid, heeft hij zijn reputatie door de eeuwen heen zien opbloeien en verwelken. Hij is getuige geweest van zijn eigen naleven als Caesars moordenaar in Shakespeare en als de door satan vermalen eeuwige verrader in Dantes Inferno, en hij heeft er niets dan minachting voor. De gedachte die bij de lezer opkomt is: ‘De geschiedenis is de echte Brutus vergeten’; zijn nagedachtenis wordt volledig overschaduwd door die van Caesar. Daar ligt voor een deel ook het probleem bij het reconstrueren van Brutus’ levensloop. Vanaf het moment dat hij Caesar neerstak, is hij altijd tot de verbeelding blijven spreken van degenen die hem en zijn rol in de moordaanslag bestudeerden. Het leidde ertoe dat zij hun oordelen uitspraken met de helderheid en het vooroordeel dat wijsheid achteraf lijkt te geven. Maar ondanks zijn populariteit in literatuur en geschiedschrijving zijn de biografische studies over Brutus schaars.
Voor Max Radin, die in 1939 Marcus Brutus schreef, was het al een uitdaging om een levende man te beschrijven en geen symbool. Die man was naar Radins oordeel een tegenstrijdige persoonlijkheid. Zijn verlangen om Cato’s voorbeeld te volgen, dwong hem een carrière na te streven die hij ‘in wezen weerzinwekkend’ vond. Hoewel we zijn conclusie tegenwoordig misschien niet delen, was Radins benadering inventiever dan die van Gérard Walter, die een jaar eerder in Frankrijk de studie Brutus et la fin de la République publiceerde, waarin hij weinig meer deed dan het verhaal van Brutus naar de oude bronnen navertellen, zonder zich veel moeite te getroosten om het materiaal waarop hij zijn conclusies baseerde, te evalueren. De wetenschappelijke benadering is sindsdien verbeterd. Martin Clarke streefde er in zijn in 1981 gepubliceerde The Noblest Roman naar om een beschrijving van Brutus te geven op grond van de oude bronnen, en ook de ontwikkeling van zijn postume reputatie door de eeuwen heen in kaart te brengen. Het werk van Clarke is nog altijd een van de beste en toegankelijkste boeken over het onderwerp. Maar toch is het nog te beknopt op een aantal details, en vooral waar het de bronnen voor de bestudering van Brutus’ leven, zijn politieke activiteit en zijn morele gedrag betreft. Het eveneens in 1981 verschenen essay ‘The Policy of Brutus the Tyrannicide’ van Erik Wistrand gaf tot op zekere hoogte een verklaring voor de politieke agenda achter de moordaanslag. Wie Brutus serieus wil bestuderen, vindt de beste bijdragen echter in het Duitse taalgebied.
Matthias Gelzers lemma in de Real-Encyclopädie uit 1917 presenteerde een beeld van Brutus met veel invoelingsvermogen voor de tijd waarin hij optrad. Uit dit gezaghebbende artikel komt hij naar voren als een in essentie bewonderenswaardige man, die echter weinig politieke toekomstvisie had. Nog apologetischer was het essay Brutus als Politiker dat Walter Stewens in 1968 over de politieke carrière van Brutus schreef, met daarin een onderzoek naar de principes op grond waarvan hij tegen Caesar in actie was gekomen. Geprikkeld door wat hij zag als een weinig originele benadering van het leven en de carrière van Caesars moordenaar, bracht Hermann Bengtson in 1970 zijn eigen verzameling essays Zur Geschichte des Brutus uit. Het werk pretendeerde geen biografie te zijn, maar met zijn beschrijving van de bronnen voor de studie van Brutus en de bevraging van een hele reeks onderwerpen die van belang zijn om zijn leven te kunnen begrijpen – zijn relatie met Caesar, zijn gedrag na de moordaanslag en de loftuitingen en propaganda rondom zijn persoon – bood Bengtson een veel diepgaandere analyse dan ooit voorheen.
Hoewel niet aan de persoon per se gewijd, hebben verschillende werken die in recentere decennia werden gepubliceerd, onze kennis van Brutus aanzienlijk vergroot. Maria Dettenhofers studie over de ‘verloren generatie’ (Perdita iuventus: zwischen den Generationen von Caesar und Augustus, 1992) behelst een belangrijke verzameling minibiografieën van Brutus en een selectie van zijn tijdgenoten. Ulrich Gotters Der Diktator ist tot! (1996) is essentieel voor inzicht in het handelen van Brutus tijdens de nasleep van de moordaanslag. Maar er bleef nog altijd een aanzienlijk hiaat in de wetenschappelijke literatuur over Brutus bestaan en maar weinig onderzoekers zagen zijn biografie als een onderwerp dat een zelfstandige studie waard was. Een aantal jaren geleden echter, toen ik aan Cicero werkte, werd mijn interesse voor Brutus gewekt, een man met wie de grote redenaar een ongewone en bij tijd en wijle beladen vriendschap onderhield. Op dat moment ontstond bij mij het idee om een boek over Brutus te schrijven, en de afwezigheid van iets vergelijkbaars op de markt of in de bibliotheek vormde een extra aanmoediging. Toen ik de laatste hand legde aan mijn eigen onderzoek, verscheen Kirsty Corrigans Brutus: Caesar’s Assasin (2015) op de markt. In plaats van mij te ontmoedigen, sterkte de publicatie me alleen in mijn overtuiging dat een nieuwe studie de moeite waard was. Corrigans boek biedt een meeslepend verhaal over Brutus’ leven en daden, waarin een aanzienlijke hoeveelheid klassieke literatuur tot een zeer leesbaar verhaal is ingedikt. In wat hierna volgt, hoop ik echter nog iets anders aan dat verhaal te kunnen toevoegen.
Dit boek zal tot op aanzienlijke hoogte nagaan hoe Brutus’ leven vanaf de oudheid tot vandaag werd vastgelegd en doorgegeven; een centraal uitgangspunt daarbij is dat we, om de mens Brutus te kunnen begrijpen, de bronnen die we gebruiken diepgaand moeten onderzoeken, om te weten wie er spreekt en waarom. Mijn doel is om van daaruit een significante bijdrage te leveren aan de manier waarop we naar Brutus’ leven kijken, en aan de conclusies die we trekken omtrent de manier waarop hij zijn politieke carrière vormgaf. Al zullen sommige feitelijke details op zichzelf niet nieuw of verrassend zijn, toch hoop ik dat ze door mijn analyse en evaluatie nieuwe benaderingen en andere perspectieven zullen opleveren. Om dit te bereiken, kies ik voor een integrale benadering van het onderwerp, dat wil zeggen: een combinatie van biografisch onderzoek, en historiografische en literaire analyses. Op die manier biedt het werk een idee van wie Brutus was en waarom hij deed wat hij deed, terwijl het tegelijkertijd veel dieper dan tot nu toe is gebeurd, ingaat op de manier waarop Brutus in de klassieke bronnen wordt gepresenteerd. Voor zo ver mogelijk worden Brutus’ beslissingen en daden in hun eigen tijd geplaatst, en bij hun bestudering geniet de weging van de contemporaine bronnen altijd de voorkeur boven die uit later tijd. Waar het materiaal het toelaat, krijgt Brutus gelegenheid om in zijn eigen woorden te spreken, te argumenteren en zijn daden te rechtvaardigen. Ook waar we moeten steunen op het werk van latere geschiedschrijvers zal ik proberen de lezer mee terug te nemen naar een interpretatie van die bronnen vanuit het perspectief van Brutus en zijn tijdgenoten.
Tegelijkertijd kan dit boek niet ontkomen aan de beperkingen van het biografische genre. De bestudering van mensen uit de oudheid stuit op grote moeilijkheden: in vrijwel alle gevallen ontbreekt het materiaal of zijn de bronnen te problematisch om de onderneming de moeite waard te maken. Maar, zoals Janet Nelson kort en bondig beredeneerde in een vergelijkbaar geval – namelijk de vroegmiddeleeuwse biografie, en in het bijzonder die van Karel de Grote – is de taak de moeite waard wanneer er voldoende aanwezig is van een bepaald type bronnen.1 Niet alleen komt Brutus in diverse genres voor, we beschikken ook over materiaal uit de eerste hand, door hemzelf geschreven. Uit zijn brieven aan Cicero kunnen we iets te weten komen over wat Nelson het ‘innerlijke leven’ van de beschrevene noemt: de waarden die hij onderschreef of de overtuigingen die hij tijdens zijn leven huldigde. En meer in het algemeen kunnen we Brutus’ leven op grond van de brieven van Cicero en van wat latere historici over de Romeinse Republiek schreven, stevig in zijn historische context verankeren.
Er is in feite een enorme hoeveelheid materiaal om uit te selecteren, en in alle eeuwen vanaf zijn eigen tijd tot heden wordt er in tal van werken naar het leven van Brutus verwezen. Moderne historici zijn het niet altijd eens over de details, of zelfs over de grote vragen met betrekking tot de tijd waarin Brutus leefde. Maar hoewel ik met dit werk de eerste kritische analyse van Brutus’ leven en de bronnen daarvoor wil leveren, wil ik het boek ook toegankelijk maken voor iedereen, ongeacht de kennis waarmee de lezer eraan begint. Met dit doel voor ogen heb ik er grotendeels van afgezien om uitvoerige debatten in de hoofdtekst op te nemen. De belangrijkste auteurs en denkers worden genoemd, maar voor wie wil weten hoe en waarom ik tot een bepaalde conclusie ben gekomen, is achter in het boek aanvullend materiaal opgenomen. Behalve de noten heb ik ook een tijdlijn (zie appendix I) opgenomen met de belangrijkste data om de lezer door deze complexe periode te gidsen.


Copyright © 2017, Kathryn Tempest
Copyright Nederlandse vertaling © 2019, Uitgeverij Omniboek

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum