Leesfragment: De nieuwe politiek van Europa

21 september 2017 , door Luuk van Middelaar
| | |

Deze week verschijnt De nieuwe politiek van Europa van Luuk van Middelaar. Lees hier vast een fragment.

De enerverende machtsstrijd in Europa leesbaar en hanteerbaar maken, dat is wat De nieuwe politiek van Europa biedt. Met schwung laat Luuk van Middelaar zien hoe politici in Brussel, Berlijn, Parijs, Londen en Den Haag de Unie met horten en stoten instellen op de toekomst. Acht jaar na De passage naar Europa komt hij opnieuw met een wervelende geschiedenis van het heden, even onthullend als leerzaam.

Luuk van Middelaar bevindt zich tussen 2010 en 2015 in het zenuwcentrum van de Europese politiek, en ziet voor zijn ogen hoe de gedaanteverandering van Europa zich voltrekt. In de Europese Raad ontdekken de verzamelde regeringsleiders al improviserend wat het betekent één munt, één grens, één Unie te delen. De Europese verkiezingsjaren 2016 en 2017 maken duidelijk dat de groeiende oppositie tegen de Brusselse consensus niet zomaar zal verdwijnen. Overtuigend verbindt Van Middelaar de dynamiek van de lange ontwikkeling, onvoorziene gebeurtenissen en opstandige bewegingen met Europa’s handelen. Haarfijn beschrijft hij hoe de gebeurtenissenpolitiek zich ontpopt als antwoord op de overrompelende onvoorspelbaarheid van de geschiedenis. In de afgelopen jaren heeft de Brusselse regelfabriek haar natuurlijke grens bereikt. Het publiek is opgestaan. Het schouwspel laat niemand meer koud.

 

Wat de crises onthullen

Een crisis is een moment van de waarheid. Als de grond onder je voeten trilt, als plots een tegenstander voor de deur staat, ontdek je welke innerlijke kracht je bezit. Een individu of politiek lichaam kan in één zo’n beproeving meer over zichzelf leren dan in de weken of jaren dat de tijd rimpelloos verstrijkt.
Banken op instorten, de munt op de rand van de afgrond, oorlogen aan de periferie van het continent, binnengrenzen dicht, kruitdampen in onze binnensteden – aan crises ontbreekt het niet. Zo krijgt de Europese Unie in korte tijd en bruusk een opeenvolging van inzichten te verwerken, inzichten die aanzetten tot handelen. Drie treffen in het bijzonder.
De eerste herontdekking is deze: wanneer de eenheid van de Unie of de vrede in ons werelddeel op het spel staat, dan heersen de politieke motieven voor het samenzijn over de puur economische afwegingen en belangen. In abnormale situaties treedt de onderliggende politiek handelend naar voren, die onder normale omstandigheden zelden zichtbaar is.
Frappant was dit in de eurocrisis. Waarom is Griekenland tot op heden lid van de eurozone? Economische experts kunnen het niet begrijpen. Vanaf 2010 verklaarde een economenkoor uit Londen, New York en Washington waarom de Europese muntunie wel uiteen moest vallen; de stoutmoedigsten gaven er ook een datum bij.2 Ze hadden vast gelijk dat de muntunie als economisch project ‘suboptimaal’ is. Maar ze vergaten dat de euro destijds vooral om politieke redenen is opgericht – in het kielzog van de val van de Berlijnse Muur – en nu weer om politieke redenen wordt gered. Uiteraard speelden en spelen economische argumenten een rol. De eurocrisis wordt uitgevochten in de financiële taal van banken, tekorten, leningen en ‘spreads’. Toch wegen politieke argumenten uiteindelijk zwaarder dan economische, zoals enkele sleutelmomenten laten zien. Aanvankelijk vreesden Europese beleidskringen dat een Grieks vertrek zou leiden tot ‘financiële besmetting’ van andere eurolanden; daarom kreeg Athene geld en werden ‘brandmuren’ opgetrokken: in die fase wees de economische logica een Grexit af. Maar toen het besmettingsgevaar medio 2012 scheen bezworen – en opnieuw toen de linkspopulistische regering-Tsipras zich in 2015 weerspannig toonde – begonnen enkele financiënministers zich hardop te beraden. Op de rekenmachines in Berlijn en Den Haag viel de kostenbaten-analyse van een Grieks vertrek ditmaal positief uit. Toch besliste dit gegeven de zaak niet. Waarom niet? Omdat de verzamelde regeringsleiders, bij wie het besluit terecht kwam, verder keken dan de portemonnee. Zij voelen zich niet alleenverantwoordelijk voor de schatkist, maar voor de situatie als geheel. In hun politieke kostenbaten-analyse namen ze ook een ander type risico’s mee, wellicht onbecijferbaar maar toch reëel. Welke cascade van gebeurtenissen zou een Griekse exit immers in gang zetten? Instabiliteit op de Balkan, invloed van Rusland op een verzwakt Athene, spanning in de Frans-Duitse betrekkingen, het uiteenvallen van de interne markt of zelfs van de Europese Unie als zodanig… Griekenland bleef.

De crises brengen een tweede verduidelijking: de belofte van een radicaal nieuw begin loopt stuk, de droom van zuivere Europapolitiek is voorbij. In tijden van Poetin, Erdogan en Trump kan de Unie niet meer als kuise voorganger vertrouwen op universele liefde en rechtvaardigheid. Willen we onze manier van leven veiligstellen, dan zal de Europese gezamenlijkheid strategischer moeten denken en zich ook als machtsspeler moeten kunnen gedragen.
In het Brusselse zelfbeeld liepen lang twee grondgedachten door elkaar. Was de vereniging van Europa een vredesproject of een machtsproject? Vredesproject: de naties opheffen, een bres slaan in de staatssoevereiniteit, om in en als Europa de eerste stap naar de wereldvrede te zetten. Machtsproject: de naties tot een geheel binden, het handelingsvermogen van de staten samenballen, om zo beter de gezamenlijke belangen in de wereld te dienen. Beide voorstellingen doen een eigen beroep op het publiek. In het vredesproject is Europa ‘bij uitstek een morele daad’,3 die verzoeningsbereidheid en idealisme vereist. In het machtsproject is Europa een politieke daad, die vraagt om herdefiniëring van het eigenbelang, vormwil en slagvaardigheid.
Recente gebeurtenissen verhogen de intrinsieke spanning tussen Europa als moreel baken en Europa als machtspolitieke speler. Om de vluchtelingenstroom vanuit Syrië naar Griekenland in te dammen sloten Europese leiders in maart 2016 een ethisch en juridisch kwestieuze deal met het Turkije van president Erdogan, uit naam van hogere politieke belangen. Om de oorlog tussen Oekraïne en Rusland – gevaarlijkste geweldsuitbarsting op het continent sinds de Balkanoorlogen – te helpen beëindigen, arrangeerden kanselier Merkel en president Hollande in februari 2015 een compromis tussen de Oekraïense president Porosjenko en zijn Russische collega Poetin, voorrang gevend aan de kans op vrede en het sparen van mensenlevens boven een strikt internationaalrechtelijk gelijk. Onherroepelijk zullen de komende jaren meer van zulke dilemma’s de politiek in de Unie aandrijven. Europa’s prille machtspolitiek is als zelfverloochening in een proces van volwassenwording. Het is permanent kiezen tussen rechtdoen aan onze vanouds hoogste en beste waarden, en het garanderen van onze onschendbaarheid, nu en in de toekomst.

Een derde waarheid die de crises ons inpeperen: de rechtsregels van de Unie kunnen niet alle denkbare of ondenkbare nieuwe situaties voorzien. Bijna per definitie niet. Wat immers is een crisis? Dat iets gebeurt wat voordien buiten de horizon van het denkbare viel (of werd gehouden). Wat te doen als een euroland failliet gaat, wat als een nabije dictator zijn volk uitmoordt, wat als zich honderdduizenden vluchtelingen aan onze grenzen melden? En wat als een clubgenoot plots de deur dicht slaat? Voor zulke onverwachte lotswisselingen zijn tevoren geen recepten uit te schrijven. Verdragen en vaste regels zijn historisch gezien de grootste verdienste van de Unie, maar bieden onvoldoende basis voor adequaat, snel en gezamenlijk handelen zodra zich onvoorziene en ongewenste omstandigheden voordoen. Sinds Europa méér is dan een markt, waarvoor je geduldig regels kunt afspreken, maar zich als Unie ook inlaat met munt, grens en buitenlandse politiek, doen zulke situaties zich onherroepelijk voor.
traditionele Brusselse structuren bieden. Ze vragen niet om het toepassen van normen, maar om beslissingen. Niet zelden worden die genomen buiten de bestaande verdragen om, zoals toen in mei 2010 in een weekeinde tijd werd besloten brandwerende muren ter waarde van 500 miljard euro op te trekken. Zulke episodes leiden in de Brusselse binnensfeer tot consternatie: daar is Het Verdrag alfa en omega, de onwrikbare basis waarop de kantoren zijn gebouwd en waaraan de nijvere bewoners hun roeping ontlenen. Om de Europese politieke verhoudingen te begrijpen zijn deze episodes daarom buitengewoon instructief. Juist op momenten dat regels geen antwoord bieden of niet het laatste woord hebben, wordt duidelijk wie het initiatief kan nemen, wie het gezag heeft om knopen door te hakken en het vermogen om te handelen. De Commissie, de Europese Raad, het Parlement? Frankrijk, Duitsland, die beide samen? En mag dat wel?
Onder druk van zulke situaties en gebeurtenissen krijgt een nieuwe Unie gestalte. Tijd die in woorden te vangen. Na tien jaar waarin we van crisis tot crisis buiten adem achter de feiten aanholden, waarin ontregelde commentatoren en Brusselexperts onverkort oude denkschema’s op een schuivende werkelijkheid bleven plakken, is het tijd voor een herziening van het oude Europese perspectief en een taxatie van de onvermoede krachten van de Nieuwe Politiek van Europa. De politici die in het hart van de gebeurtenissen acteren in het genadeloze licht van de actualiteit hebben aan zo’n nieuw perspectief zeker evenveel behoefte, zo is mijn ervaring, als de massaal toegestroomde burgers die zichzelf tot hun verrassing plotsklaps terugvonden op de voorste Europese publiekstribunes. Daarom dit boek.

pro-mbooks1 : athenaeum