Leesfragment: Winternabijheid

13 maart 2016 , door Mirna Funk
| | |

Op 3 maart verscheen Winternabijheid van Mirna Funk (Winternähe, vertaald door Goverdien Hauth-Grubben), lees bij ons de proloog van de roman.

Mijn naam is Lola. Ik ben Duitse; ik ben Joodse. En de enige die het recht heeft een Hitlersnor op mijn gezicht te tekenen, ben ik.

Lola's grootouders, bij wie ze grotendeels opgroeit wegens scheidingsperikelen van haar vader en moeder, overleefden de Holocaust. Maar Lola wordt wel verondersteld kalm te blijven wanneer er antisemitische grappen worden gemaakt en vrienden een foto van haar met Hitlersnorretje online zetten. Geintje. Maar zo komt het op Lola niet over en ze laat het op een kort geding aankomen.

Om wat afstand tot deze gebeurtenis te nemen vertrekt ze - ze woont in Berlijn - in de zomer van 2014 naar Tel Aviv. In Israël breekt in alle hevigheid de Gaza-oorlog uit. Vol woede, esprit en, ondanks alles, ongebreideld enthousiasme gaat Lola op zoek naar de manier van leven die bij haar hoort.

Lola vertegenwoordigt de stem van een jonge Joodse generatie en ze vertelt over het leven tussen Berlijn en Tel Aviv, tussen feesten en de oorlog in Gaza. Een intens emotionele, contemporaine roman vol tegenstrijdigheden, angsten en vreugde, en tegelijk een zeer actueel en politiek boek.

 

PROLOOG

Lola pakte een zwart kajalpotlood uit haar leren tas, boog over de wasbak zodat ze zichzelf in de spiegel beter kon zien, zette het potlood op haar bovenlip en maakte het filtrum helemaal zwart. Op die manier ontstond er een rechthoekje van anderhalve centimeter hoog en één centimeter breed, dat door de glittertjes in de kajal zacht glansde. Ze waste haar handen, droogde ze af met de ruwe grijspapieren handdoekjes en ging terug naar de rechtszaal. Toen Lola de deur opende, was de rechter juist bezig de beklaagde, die zich op Facebook en Instagram Karla Minogue noemde maar in werkelijkheid Manuela Müller heette, te ondervragen over het voorval in de herfst van 2012. De tweede beklaagde, Olaf Henninger, zat onderuitgezakt op zijn zwarte stoel.
Behalve David Frenkel, Lola’s advocaat, merkte niemand hoe Lola de zaal binnenkwam. Wat zich afspeelde in de paar seconden tot David zich realiseerde wat Lola had gedaan, zag er eigenlijk alleen in slow motion goed uit. David keek maar even naar de deur toen Lola binnenkwam, en hij glimlachte werktuigelijk naar haar zoals je nu eenmaal doet naar mensen die je toegenegen bent. Toen draaide hij zich even werktuigelijk weer naar de rechter om. En hoewel David met zijn rug naar Lola zat, kon ze zien hoe er een schok door zijn lichaam voer. Ze kon zien hoe hij zijn handen voor zijn gezicht sloeg. En ze kon zien dat hij niet zeker wist of hij zich ooit nog naar haar om zou draaien. Maar David draaide zich om en met hem ook alle andere aanwezigen in de rechtszaal. De notuliste, die een slechtzittend donkerblauw mantelpakje aanhad en rechts van de rechter bij het raam zat, draaide zich naar Lola om. De rechter, die eigenlijk alleen uit een zwarte cape en een klein hoofd bestond, draaide zich naar Lola om. De twee beklaagden en hun advocaat draaiden zich naar Lola om. Allemaal staarden ze naar dat zwarte rechthoekje boven Lola’s bovenlip, dat symbool stond voor de Führer, dat wil zeggen voor de persoon die in Duitsland vaker op de voorpagina van Der Spiegel te zien was dan iedere andere prominente persoonlijkheid, hoewel men hem zogenaamd zo verachtte.
Lola ging naast David zitten. De rechter schudde zijn hoofd, en de advocaat riep: ‘Meneer de rechter, dat kan toch niet. Dit moet ophouden.’ Omdat niemand van de aanwezigen zijn gevoelens in een of andere vorm onder controle had, vibreerde het in de ruimte op een heel aangename manier. En uitgerekend die vibratie had tot gevolg dat Lola voor het eerst op deze ochtend in juni 2013 oprecht tevreden was met het verloop van de zitting.
Vervolgens werd alles weer vreselijk Duits, en de rechter riep David bij zich en fluisterde hem iets in het oor. David kwam terug naar de tafel waaraan Lola zat en zei zachtjes: ‘Je moet nu helaas de rechtszaal verlaten, Lola. De rechter voelt zich respectloos behandeld. Wat wilde je daar in godsnaam mee bereiken. Dat was echt geen goed idee. We hebben het er nog wel over. Ik doe hier wat ik kan, oké? En dan bel ik je zodra de zitting voorbij is.’ Even overwoog Lola om niet te fluisteren, maar tamelijk hard te schreeuwen. Toen pakte ze echter alleen haar leren tas van de tafel, stond heel langzaam op – eigenlijk veel te langzaam – en keek de aanwezigen nog eenmaal recht aan. Ze keek Manuela Müller recht aan en ook Olaf Henninger, advocaat Schulze, de rechter dr. Frank Schlapp en zelfs de notuliste. Voordat ze door de deur ver- dween, zwaaide ze even naar David en maakte op heuphoogte heimelijk een Hitlergroet.

Op de Turmstraße voor de ingang van de rechtbank vloog de zomersneeuw Lola in het gezicht. De populieren waren laat gaan bloeien. Ze overwoog of ze Max zou bellen, haar beste vriendin, maar Max zou zeggen: ‘Ben je nou helemaal gek geworden!’

 

© 2015, Mirna Funk
© 2016 Nederlandse vertaling Goverdien Hauth-Grubben

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum